acute darmziekte, veroorzaakt door de bacil Vibrio cholerae of Vibrio cholerae El Tor. Deze bacillen produceren een gif (toxine), dat de darmwand beschadigt.
Cholerabacillen worden vnl. overgebracht door drinkwater dat verontreinigd is met braaksel of uitwerpselen van choleralijders. De incubatietijd is 2—5 dagen. Cholera treedt vaak op in grote epidemieën en heerst vnl. in de tropische gebieden van Zuid-Azië en Afrika. In WestEuropa komen alleen af en toe importgevallen voor.Verreweg de meeste mensen worden na besmetting niet of weinig ziek. Ernstige cholera ontstaat bij 1:5 tot 1:100 besmetten. Zij krijgen plotseling waterdunne diarree, in grote hoeveelheden en vrijwel onafgebroken. Al snel treedt ook braken op. De patiënt verliest op deze manier veel vocht, zout, kalium enz. Daardoor ontstaan acidose en uitdroging, gepaard met spierkrampen. Zonder behandeling raakt de patiënt in shock en overlijdt, binnen enkele dagen na het begin van de ziekte; slechts enkele patiënten genezen vanzelf.
Verreweg het belangrijkste middel om cholera te voorkomen is hygiëne. Drinkwater en melk moeten worden gekookt, voedingsmiddelen zoals vruchten en groenten moet men goed wassen met gekookt water. Waterleiding en goede sanitaire voorzieningen zijn ook van groot belang. Verder is inenting tegen cholera mogelijk. Dit biedt enige bescherming gedurende 3—6 maanden: men kan nog wel ziek worden, maar de ziekte verloopt minder ernstig. Voor het bezoeken van landen waar cholera heerst, is inenting verplicht.
Het vaccinatiebewijs heeft een geldigheidsduur van een half jaar. Men probeert een vaccin te ontwikkelen dat beter en langer beschermt.
