Gepubliceerd op 29-06-2020

staatshoofd

betekenis & definitie

Degene die zowel ten aanzien van de eigen staatsburgers als meestal ook ten aanzien van het buitenland de Staat in hoogste instantie vertegenwoordigt. Staatshoofd van een monarchie is gewoonlijk een vorst, van een republiek gewoonlijk een president.

Deze representatieve functie staat betrekkelijk los van de regeer- en bestuursbevoegdheden die het staatshoofd naar gelang het in zijn staat geldende recht toekomen. In Nederland maakt het staatshoofd, de Koning, deel uit van de regering. De Koning geldt echter niet als de regeringsleider; die titel wordt voor de minister-president gebruikt, hoewel deze formeel niet boven de andere ministers geplaatst is. De Grondwet maakt overigens noch van een ‘staatshoofd’, noch van een ‘regeringsleider’ melding.De koningen Willem I, Willem II en Willem III waren behalve staatshoofd van Nederland ook staatshoofd van Luxemburg. Koloniën als Nederlands-Indië en Suriname waren geen autonome staten en vielen direct onder het Nederlands bestuur; zij hadden dus geen eigen staatshoofd. Met de instelling van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in 1954 veranderde dit. Dit bepaalt dat de Kroon van het Koninkrijk erfelijk wordt gedragen door Hare Majesteit Juliana en door haar wettige opvolgers, en artikel 2 stelt dat de Koning de Regering van het Koninkrijk en van elk der landen voert. Daarmee werd koningin Juliana hoofd van het Koninkrijk der Nederlanden en van de afzonderlijke landen daarbinnen; Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen. Koningin Beatrix is eveneens (staats)hoofd van het Koninkrijk der Nederlanden en van de landen daarbinnen: sinds 1986 Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba.