Functiebenaming die gebruikt wordt voor het hoofd van de hofhouding. Behalve voor de hoforganisatie is de grootmeester in samenspraak met het ministerie van Buitenlandse Zaken verantwoordelijk voor de buitenlandse contacten van het staatshoofd.
Dat laatste houdt onder meer in dat de grootmeester namens de koningin de contacten met de in Nederland geaccrediteerde ambassadeurs onderhoudt en een prominente rol speelt in de voorbereiding van staatsbezoeken. Op beide gronden geldt de grootmeester daarom als een van de belangrijkste koninklijke adviseurs. De grootmeester is tevens eerstverantwoordelijk na opdracht van de minister-president voor de organisatie van bijzettingen in de koninklijke grafkelder in Delft. De functie van grootmeester wordt vaak vergeleken met die van een secretaris-generaal van een ministerie. Behalve voor de inhoudelijke kant van het werk van de hofhouding is de grootmeester ook verantwoordelijk voor personele en organisatorische zaken. Die functie-invulling bestaat sinds de reorganisatie van de hofhouding die midden jaren ’70 van de twintigste eeuw in gang is gezet en door koningin Beatrix na haar inhuldiging in 1980 is afgerond.Vóór 1900 was de titel van grootmeester vermoedelijk niet veel meer dan een eretitel. Zo beschikte koning Willem III op een gegeven moment over meerdere grootmeesters, waarvan er altijd een ten dienste stond van de koningin. In de loop van de twintigste eeuw ontwikkelde de functie zich tot het chefschap over het civiele gedeelte van de hofhouding, hoewel er nog geen hiërarchische lijn bestond ten opzichte van andere prominente functionarissen binnen het Civiele Huis, zoals de ceremoniemeester en de hofmaarschalk. Pas onder koningin Beatrix kreeg de grootmeester de leiding over de gehele hofhouding. Gezien zijn rol in het onderhouden van de buitenlandse contacten van de koningin, ook met buitenlandse vorstenhoven, heeft de grootmeester net als vele andere leden van de hofhouding vaak een diplomatieke achtergrond. Koningin Beatrix heeft aan enkele opeenvolgende grootmeesters een pand aan het Lange Voorhout, naast het voormalige paleis, ter beschikking gesteld als woning.
De grootmeester rijdt op Prinsjesdag in een rijtuig mee in de stoet. Het kantoor van de grootmeester is gehuisvest in paleis Noordeinde. De titel grootmeester wordt ook gebruikt met een andere strekking, namelijk als aanduiding van het hoofd van koninklijke orden. De Koning bekleedt het grootmeesterschap van de Nederlandse orden.