Gepubliceerd op 29-06-2020

Eerste Kamer

betekenis & definitie

Van 1814 tot 1815 bestond het parlement slechts uit één kamer. Het tweekamerstelsel is in 1815 op aandrang van de Zuidelijke Nederlanden ingevoerd.

De Belgen wensten de adel en de andere ‘aanzienlijken’ in het parlement vertegenwoordigd te zien. Na de afscheiding van België in 1839 is het tweekamerstelsel blijven bestaan.Van 1815 tot 1848 bestond de Eerste Kamer uit leden die door de Koning voor het leven werden benoemd. Zij moesten de leeftijd van veertig jaren hebben bereikt en behoren tot ‘hen, die door diensten aan den Staat bewezen, door hun geboorte of gegoedheid, onder de aanzienlijksten van den Lande behooren’. Mede gezien deze wijze van benoeming werd de Eerste Kamer wel spottend de ‘ménagerie du Roi’, de dierentuin van de Koning, genoemd. Ook later is de Eerste Kamer nog wel beschouwd als een ‘bolwerk rondom de Kroon’.

Vanaf 1848 bestond de Eerste Kamer uit indirect gekozen leden. Als kiezerskorps traden de leden van de Provinciale Staten op. Aanvankelijk werden de leden van de Eerste Kamer gekozen voor negen jaren, waarbij om de drie jaren een derde aftrad. Vervolgens werden dit zes jaren, met aftreden van de helft om de drie jaren. Sinds de grondwetsherziening van 1983 worden de (75) leden van de Eerste Kamer gekozen voor vier jaren en treden zij allen gelijktijdig af. Anders dan voorheen gelden voor het lidmaatschap van de Eerste Kamer dezelfde vereisten als voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer.

Tussen de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal bestaan vooral op het terrein van de wetgeving verschillen. Anders dan de Tweede Kamer bezit de Eerste Kamer niet het recht van initiatief, noch het recht van amendement. De Eerste Kamer kan wetsvoorstellen slechts aanvaarden of verwerpen.

In politiek opzicht onderscheidt de Eerste Kamer zich van de Tweede Kamer onder meer hierdoor dat de fracties in de Eerste Kamer niet bij de kabinetsformatie plegen te worden betrokken. De voorzitter van de Eerste Kamer brengt de Koning wel advies uit bij het begin van een kabinetsformatie. Ook diverse grondwettelijke bevoegdheden, zoals die tot het houden van een enquête of de verwerping van een wetsvoorstel oefent de Eerste Kamer zelden of nooit uit. Er wordt wel gesteld dat de Eerste Kamer zich in politiek opzicht terughoudend opstelt. Dat is geen plicht, maar staatkundige praktijk. Hoewel nergens letterlijk vastgelegd, worden de leden van de Tweede Kamer beschouwd als voltijds politici, die van de Eerste Kamer als politici in ‘deeltijd’. Haar leden vervullen in het algemeen maatschappelijke functies naast het Kamerlidmaatschap.

Over de zin en het nut van de Eerste Kamer wordt zeer verschillend gedacht. Sommigen zien in haar een overbodige doublure van de Tweede Kamer, anderen beschouwen de Eerste Kamer als een instelling die een nuttige bijdrage levert aan de kwaliteit van de wetgeving en die een tegenwicht biedt tegen de politieke waan van de dag. Hoe dit ook zij, voor afschaffing van de Eerste Kamer is een grondwetsherziening vereist. De Eerste Kamer zou daaraan in tweede lezing met een tweederde meerderheid moeten meewerken. Het ligt niet in de rede dat zij dat zonder slag of stoot doet.

Enigszins verrassend is dat de Koning wettelijk niet wordt uitgesloten van het lidmaatschap van de Eerste (en Tweede) Kamer. Aan te nemen is wel dat hij krachtens ongeschreven recht geen lid van de Staten-Generaal kan zijn, noch enig ander openbaar ambt kan uitoefenen.

Tot de grondwetsherziening van 1983 benoemde de Koning de voorzitter van de Eerste Kamer. Dit was in de praktijk slechts een formaliteit; de Koning volgde steeds de wens van de Kamer.

De voorzitter van de Eerste Kamer is ook de voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal. Als de Koning ergens aanwezig is, komt de voorzitter van de Eerste Kamer protocollair gezien op de tweede plaats, nog vóór de minister-president.

Sinds 1849 vergadert de Eerste Kamer der Staten-Generaal in een zaal die oorspronkelijk gebruikt werd door de Staten van Holland. De vergaderzaal werd rond 1651 gebouwd aan de Hofvijverzijde van het Binnenhof, naar ontwerp van Pieter Post met schilderingen van onder anderen Adriaan Hanneman. Achter de voorzit terszetel hangt een groot staatsieportret van koning Willem II.

Zie ook Verenigde Vergadering.