Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

Gepubliceerd op 22-02-2023

WIL

betekenis & definitie

geschiktheid tot het realiseren van bedoelingen. De wilsdaad die vooraf gegaan wordt door een idee en daar door bepaald wordt, veronderstelt overdenking ( → intelligentie) en verbondenheid (verantwoordelijkheid).

De gedragingen die niet aan dit criterium beantwoorden ( → reflex,→ tropisme), hangen niet af van de wil. Volgens het klassieke schema zou deze het volgende inhouden:1. de conceptie van een plan;
2. een overdenking (waardering van de beste handeling);
3. de beslissing (keuze der mogelijkheden);
4. de uitvoering van de handeling tot aan de voltooiing ervan. De voltooide handeling vormt het bewijs van de kracht van een plan. Stoornissen van de wil kunnen zich manifesteren in de fasen van overdenking (de willoze redeneert, weegt het voor en het tegen af, verandert zijn plannen en onderneemt niets), van beslissing (sommige angstige mensen doen niets op gezag van anderen: priesters, ouders, enz., en blijven steken in inferieur werk om te ontsnappen aan verantwoordelijkheid), of in de uitvoering (een besluiteloos iemand brengt zijn plan niet tot een einde, omdat hij niet constant is in zijn onderneming). De wil blijft nauw verbonden met de behoeften; ze is een keuze in een→ conflict van neigingen. Moderne psychologen, die beïnvloed zijn door de→ existentialistische (Sartre) en psychoanalytische theorieën, betwisten de waarde van het klassieke schema en met name het belang der overdenking. De meeste van onze handelingen, zeggen zij, zijn onbewust bepaald; de overdenking is dan ook een komedie, een rationalisering achteraf. De wil is de uitdrukking van het → ‘ik’, maar ook van de totale→ persoonlijkheid, van de onbewuste motivaties, van de sociale opvoeding, van hetgeen men geleerd heeft (een kind leert zich te verzetten tegen snoepzucht) en van de intelligentie. → Gevoel, Hypnose, Verlangen.