Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

Gepubliceerd op 22-02-2023

DEPRESSIE

betekenis & definitie

min of meer duurzame ziektetoestand die gekenmerkt wordt door vermindering van veerkracht en energie. Iemand die gedeprimeerd is, is angstig, moe, ontmoedigd en niet in staat de kleinste moeilijkheid het hoofd te bieden.

Hij neemt geen enkel initiatief meer omdat het hem ontbreekt aan interesse en wilskracht; hij gaat gebukt onder zijn onvermogen en heeft het gevoel dat zijn verstandelijke vermogens (→ aandacht, → geheugen) achteruitgaan. Het minderwaardigheidsgevoel dat hieruit voortvloeit, versterkt nog het gevoel van melancholie dat hij heeft. Naast betrekkelijk weinig talrijke depressieve toestanden die met de constitutie samenhangen, onderscheidt men depressies die een reactie zijn op levensproblemen (conflict met superieuren, met echtgeno(o)t(e) en kinderen, eenzaamheid, sterfgeval enz.). Ook overspannenheid en een te streng dieet kunnen een depressie veroorzaken, die door een rustkuur en psychotherapie behandeld kan worden.Bij het jonge kind vormt de zgn. anaclytische depressie (→ Spitz) een ernstige ziekte die ontstaat bij een plotselinge → scheiding

met zijn moeder. De baby is eerst veeleisend en huilerig, maar na verloop van tijd weigert hij elk menselijk contact. Hij ligt plat op zijn buikje in bed, slaapt slecht, zijn psychomotorische ontwikkeling staat stil, zijn gewicht neemt af en hij vervalt in een toestand van → lethargie. Als de scheiding niet langer dan drie à vier maanden duurt, kunnen deze stoornissen verdwijnen. Wanneer ze langer duurt, zijn de vooruitzichten somber. → Affectie.