Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 16-01-2023

Wijding

betekenis & definitie

van personen, de handeling waardoor het Sacrament des → Priesterschaps wordt toegediend (bisschops-, priester- en diakenwijding), of het ontvangen ervan wordt voorbereid (subdiakenwijding, → Kleine Wijdingen). Zij zijn aan een bepaalden tijd en plaats gebonden. Tijd: de tonsuur kan toegediend worden iederen dag, de Kleine Wijdingen op de → Quatertemperdagen en de Zaterdagen voor → Passiezondag en Paschen, de → Hoogere Wijdingen op de Quatertemperzaterdagen en de beide laatstgenoemde Zaterdagen; de → bisschopswijding op Zondagen en Apostelfeesten. De plaats is het kerkgebouw (kathedrale kerk) en tijdens de H. Mis, behalve voor de tonsuur en de Kleine Wijdingen, waar het altaar verondersteld, doch niet voorgeschreven wordt.

De liturgie der wijdingen heeft in den loop der eeuwen sterke ontwikkelingen doorgemaakt; voor den tegenwoordigen ritus, zie Bisschopswijding en Priesterwijding. De overige wijdingen bestaan essentieel in het overreiken van de voorwerpen, die de attributen zijn van de verkregen wijding, de diakenwijding bovendien met handoplegging. Ook zaken en plaatsen worden gewijd. Een overzicht daarvan geeft het → Rituale Romanum en het → Pontificale Romanum; de plechtigheid bestaat meestal uit besprenkeling met → wijwater en het verrichten van toepasselijke gebeden. Voor de wijding van het kerkgebouw, zie → Kerkwijding.