Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 16-01-2023

Anglicanisme

betekenis & definitie

een van de drie voornaamste stroomingen van het → Protestantisme. Ontstond als → schisma in 1531 tengevolge van het feit, dat paus Clemens VII aan koning Hendrik VIII de ontbinding weigerde van zijn wettig huwelijk met Catharina van Arragon, en groeide uit tot ketterij door de invoering van een nieuwe liturgie (Book of Common Prayer) en de 42 (39) geloofsartikelen van 1563. Nu is het georganiseerd in een machtige protestantsche staatskerk, Anglicaansche Kerk genaamd, van Engeland en de Engelsche koloniën, ± 20 millioen leden. Hiërarchisch opgebouwd; aan het hoofd de koning. De Anglicanen behouden twee Sacramenten (Doopsel en Vormsel) en verwerpen de → transsubstantiatie, de verdienstelijkheid der → goede werken, het → vagevuur, heiligen- en reliekenvereering, en het → primaatschap van den paus van Rome.

Verdeeld in drie richtingen:

a) de High Church, die zich gaarne Anglo-Katholieken noemen en in uiterlijke zaken het meeste van Rome overgenomen hebben;
b) de Broad Church, het modernistische element;
c) de Low Church of Evangelicals, meest Calvinistisch.

Buiten de partijen staan de Moderates, waartoe ook de bisschoppen behooren. In de encycliek Apostolicae Curae van 1896 heeft Leo XIII verklaard dat de Anglicaansche wijdingen ongeldig zijn.

< >