Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

SYMBOOL

betekenis & definitie

Er is sprake van een religieus symbool, wanneer in een zichtbare handeling als teken de betekende goddelijke werkelijkheid, waarmede men gemeenschap zoekt te krijgen, geacht wordt aanwezig te zijn. Het religieuze symbool treffen wij in alle godsdiensten aan: zowel Gods verlossend tegemoet komen tot de mens als ’s mensen intrede in dit mysterie vindt men er in symboolvorm tot uitdrukking gebracht.

Aan de universaliteit van deze neerdalende en opgaande symbool-activiteit, van God af en naar God toe, ligt ten grondslag het anthropologische phenomeen, dat de mens een geestelijkstoffelijke eenheid is: God past zich aan deze twee-eenheid van de menselijke structuur aan door hem onder de sluier van stoffelijk-zintuigelijke symbolen tegemoet te treden om hem een openbaring van de zuiver geestelijke wereld van het goddelijke te brengen; de mens van zijn kant, omdat hij als totale mens, en dus niet als louter geest tot God moet opgaan, zal zich eveneens van symbolen moeten bedienen om zijn verhouding tot God uit te drukken. Dit geldt a fortiori, omdat de mens een sociaal wezen is en in gemeenschap met anderen God eredienst moet geven; de mens kan immers met zijn medemens slechts in contact treden langs stoffelijk waarneembare tekenen.Het grote fundament van alle culturele symboolactiviteit in de Kerk is de Menswording van Gods Zoon; onder de sluier van zijn menselijke natuur heeft Hij ons God en vooral Diens liefde en barmhartigheid tegenwoordig gesteld en geopenbaard. Wij vinden hier al de kenmerkende trekken van ieder waar symbool: het omsluiert en openbaart tevens, het heeft een dynamische kracht, want tilt de mens op naar een hogere werkelijkheid, in zover het deze hogere werkelijkheid tegenwoordig doet zijn. Dit aanwezig zijn van het betekende kan dan verschillende graden hebben. De hoogste graad van aanwezigheid is in het levende oersymbool dat Christus is, in wie de goddelijke en menselijke natuur in één Persoon onafscheidelijk verenigd zijn. De sacramenten zijn na Christus en in afhankelijkheid van Hem de verhevenste symbolen in de Kerk, a.h.w. het verlengstuk van de God-mens, naar wiens heilbrengende mysteries zij niet alleen verwijzen, maar die zij in vruchtbare toepassing ook geheimnisvol aanwezig hebben. Zo verkondigt bijv. de onderdompeling in de wateren van het Doopsel niet alleen Christus’ dood en verrijzenis, doch brengt dit heilsmysterie ook tegenwoordig in zijn kracht, in zover daardoor in het heden Christus’ dood en verrijzenis zich op de dopeling uitwerkt.

En in het centrum van deze sacramentele orde is de Persoon van Christus en zijn offerende heilsdaad onder de sluier van de riten en de gedaanten werkelijk tegenwoordig, nl. in de Eucharistie. Hier bereikt het sacramenteel symbool zijn meest ontologische werkelijkheidskracht. Naast de sacramenten beschikt de Kerk nog over een andere groep sacramentele tekenen, de sacramentaliën; ofschoon de band met Christus en Zijn heilsdaden hier losser is, kan men ook deze rekenen onder de heilwerkende symbolen, waarbij de neerdalende symboolactiviteit van Godswege langs Christus echter meer gebaseerd is op de almachtige voorspraak van de Bruid, die de Kerk van Christus is.

Vele andere tekenen zullen, zonder een uitwerkende genadekracht te bezitten zoals de sacramenten en sacramentaliën, toch die evocatieve kracht bezitten om de gelovige te verwijzen en op te heffen naar de wereld van het goddelijke en bovennatuurlijke: in die zin zal de brandende kaars ons spreken van de verrijzenis van Christus en onze medeverrijzenis, het witte doopkleed van de onschuld van de in Christus van zonden gereinigde mens, de trappen van het kerkgebouw van de hogere wereld van het hemelse Jerusalem, die wij bij het betreden van het kerkgebouw7 binnengaan, enz.

Doch ook de gelovige mens zelf drukt in de eredienst en ook daarbuiten zijn verhouding tot God uit in tekenen: in symbolische handelingen, zoals een hoofd- of kniebuiging, het staan en het zitten, het kloppen op de borst enz., ofwel bedient hij zich van symbolische voorwerpen, die in zijn plaats een bepaalde grondhouding tegenover God tot uitdrukking moeten brengen, zoals bijv. de opstijgende wierook als symbool van zijn gebedshouding, de bloemen als teken van zijn vreugde over de verlossing enz.

De hedendaagse mens voelt grotendeels de bovenomschreven symboliek van de Kerk en haar eredienst niet meer aan. De oorzaken zijn drieërlei: het afnemen van het geloofsleven, waardoor het de mens onmogelijk wordt om door te dringen in de bovennatuurlijke wereld überhaupt; vervolgens het overheersende technische, natuurwetenschappelijke denken, dat in de dingen slechts hun nuttigheidswaarde ziet en niet meer hun diepere zin. Beide zijn oorzaak van de tegenwoordig veelbesproken symboolblindheid. Een derde oorzaak ligt in de liturgische symbolen zelf, in het feit nl. dat vele van deze door hun herleiding tot het meest rudimentaire in hun verarming niet meer aanspreken als symbool. Voor een liturgische herleving in de Kerk zal er daarom enerzijds moeten worden gezorgd, dat de liturgische symbolen weer werkelijk symbolen worden, en anderzijds zal, vooral bij de jeugd, deze zin voor symboliek weer moeten worden aangekweekt, vooral door uit te gaan van het doen aanvoelen van de natuurlijke betekeniskracht van water, vuur, licht, enz. A. V.