Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

halfslag

betekenis & definitie

('half)

I. m. slag, het slaan van het halve uur : wat sloeg het daar - of heel?

II. o.

1. Eig. mens, dier maar half behorend tot een bepaald geslacht of soort: iemand die uit een blanke en een zwarte geboren is, is een -.
2. Uitbr. mens, dier niet volkomen zijnde wat het zijn moet: een van een paard, een jongen.

< >