Wat is de betekenis van Halfslag?

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Halfslag

o., 1. wezen van gemengd ras ; — (bij uitbr.) wat niet voor vol kan gelden: zo'n kind van vijftien jaar is maar halfslag, ze kan toch het zware werk niet doen ; ’t is maar een halfslag paard; 2. (van een uurwerk) de slag, het slagwerk der halve uren: „slaat de klok heel? „neen, ’t is halfslag.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

halfslag

1. (slag van het halve uur), het geslacht blijkt niet: sloeg het daar op de toren halfslag of heel? d.i. het hele of het halve uur; 2. o. (een wezen, mens of dier, van gemengd ras, dat maar half behoort tot hei of de in het verband genoemde of bedoelde geslacht, of soort; bij uitbr. wezen, niet volkomen zijnde, wat het moest zijn): een halfslag van...

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

halfslag

('half) I. m. slag, het slaan van het halve uur : wat sloeg het daar - of heel? II. o. 1. Eig. mens, dier maar half behorend tot een bepaald geslacht of soort: iemand die uit een blanke en een zwarte geboren is, is een -. 2. Uitbr. mens, dier niet volkomen zijnde wat het zijn moet: een van een paard, een jongen.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

halfslag

m. 1. mens en dier van gemengd ras; (bij uitbreiding) wat niet voor vol kan gelden: zon kind van vijftien jaar is maar —; het is maar een — paard; 2. (van een uurwerk) de slag, het slagwerk van de halve uren.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Halfslag

HALFSLAG, o. wat niet voor vol kan gelden zoo’n kind van vijftien jaar is maar half slag, ze kan toch het zware werk niet doen; 't is maar een half slag paard; — (van een uurwerk) het slagwerk der halve uren „slaat de klok heel ?” „neen, *t is half slag.”