Definities van Modern Woordenboek in de Ensie A
- aannaderen
- aannagelen
- aanneembaar
- aanneemster
- aannemelijk
- aannemeling
- aannemen
- aannemer
- aanneming
- aannemingsbiljet
- aannemingsdienst
- aanopperen
- aanpak
- aanpakken
- aanpakkertje o. (-s)
- aanpalend
- aanpappen
- aanpassen
- aanpassingsvermogen
- aanpeiling
- aanpennen
- aanpersen
- aanpijpen
- aanplakbiljet
- aanplakbord
- aanplakken ('a:n)(plakte aan, heeft aangeplakt)
- aanplakkolom
- aanplant
- aanplanten (plantte aan, heeft aan- geplant)
- aanplanting v. (-en)
- aanpleisteren
- aanplempen
- aanplemping v. (-en)
- aanploegen
- aanporren
- aanpoten
- aanpraaien
- aanpraten
- aanpreken
- aanpressen
- aanprijzen
- aanprikkelen
- aanpunten
- aanpuntschijf
- aanraden
- aanraken
- aanraking v. (-en)
- aanrakingselektriciteit
- aanrakingspunt
- aanrammelen
- aanranden
- aanratelen
- aanrazen
- aanrazeren
- aanrecht
- aanrechtbank
- aanrechten
- aanrechtkamer
- aanrechtkeuken
- aanrechttafel
- aanreiken
- aanrekenen
- aanrennen
- aanrichten
- aanrijden
- aanrijgen
- aanrijpen
- aanristen
- aanrit
- aanroden
- aanroeien
- aanroep
- aanroepen
- aanroeren
- aanroesten
- aanroken
- aanrollen
- aanruisen
- aanrukken
- aansarren
- aanschaffen
- aanschakelaar
- aanschakelen
- aanscharrelen
- aanschellen
- aanscherpen
- aanschieten
- aanschijn
- aanschikken
- aanschoffelen
- aanschommelen
- aanschouw
- aanschouwbaar
- aanschouwelijk
- aanschouwen
- aanschouwer
- aanschouwing
- aanschouwingsonderwijs
- aanschouwingsvermogen
- aanschouwlijk