('a:n) (roerde aan, heeft aangeroerd)
1. meestal opzettelijk aanraken : iets met de top van de vinger -. zie: snaar. Syn. zie: aanraken (3).
2. roeren, doch iets zwakker.
3. ter sprake brengen : roer dat puntje maar niet aan.
4. roerend er mee vermengen : de pap met een paar eieren -.