(pakte aan, heeft aangepakt)
1. onbeschroomd aanvatten : sta niet te kijken, pak maar aan! iemand ruw -. zie: kat. Syn. zie: aangrijpen.
2. in rechten vervolgen : iemand wegens schulden -.
3. beginnen : een zaak goed, bij het rechte eind, verkeerd -.
4. duchtig de waarheid zeggen : ik heb hem eens goed aangepakt.
5. flink dwingen : zichzelf -.