Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

aanschijn

betekenis & definitie

('a:n) o.

I.
1. [Metn. van Veroud. aanschijnen, in het oog vallen] Eig. wijze waarop iemand of iets in het oog valt, uiterlijk voorkomen : het der aarde.
2. Metn. onmiddellijke nabijheid : in het des doods.

II. [Metn. van Veroud. aanschijnen, aanzien] Dicht. lichaamsdeel met de ogen die aanzien, aangezicht : voor Gods -; van tot -. zie: zweet. Syn. zie: aangezicht.

< >