Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

aanbreken

betekenis & definitie

('a:n) (brak aan. aangebroken)

I. (heeft) voor het eerst er een deel afnemen : een brood, een kist tee, een fles wijn -.

II. (is) 1. [breken door de duisternis] aanlichten : de dageraad, de dag is aangebroken. 2. beginnen : een tijd van vrede scheen aan te breken.

< >