eene andere rivier van dien naam, welke haaren oorsprong heeft, althans onder de gedaante van een loopenden Stroom, een weinig ten Oosten van de Stad Utrecht, bij het Huis Oudwijk, alwaar zij den naam van de Oude-Vecht draagt. Voorts stroomende na Utrecht, vervolgt zij van daar haaren loop, onder den algemeene naam van de Vecht, Noordwestwaarts, en vervolgens de Dorpen Zuilen, Maarssen, Breukelen, Loenen, Vreeland en Nigtevegt, als mede de Steden Weesp en Muiden bezogt hebbende, ontlast zij zich eindelijk, bij de laatstgemelde Stad, door zwaare Schutsluizen, in de Zuiderzee.
Volgens zommigen is de Vecht een tak van den Middelkil des Rhijns; anderen zoeken den oorsprong in de kleine beekjes of weteringen, die uit den omtrek van Zeist en van de Amersfoortsche bergen afdaalende, zich bij het Huis Oudwijk vereenigen. Misschien is ’er grond voor beiderlei gevoelen. Van klein belangs, intusschen, ware de Vecht, en niet berekend om het thans plaats hebbende nut te doen, indien hij ook niet van elders toevloed van water ontving. Door middel van eene Sluis, aan de Vaart, tegenover Vianen geleid, en een Kanaal, bij den naam van Vaartschen-Rijn bekend, van het gemelde Dorp tot aan de Stad Utrecht gegraaven, wordt het Lekwater afgeleid, en in de Vecht gebragt. ‘t Is door dit middel dat de Scheepvaart, langs de Vecht, op de benedenste en bovenste Gewesten van Duitschland, gaande wordt gehouden. Bekend is, daarenboven, het voordeel van het Vechtwater voor de Stad Amsterdam, alwaar hetzelve in de Brouwerijen en tot veele andere oogmerken wordt gebruikt. Vermaard en alomme bekend zijn, eindelijk, de nette en pragtige Lusthoven, langs deeze rivier gelegen. Uitlanders en veruitlanderde Nederlanders mogen smaalen op derzelver popagtigheid. Zij dienen ten onlochenbaaren bewijze van het vermogen der landzaaten, ‘t welk hen heeft in staat gesteld, om in een kleiner bestek, dan elders op den geheelen aardbodem, hier aan te leggen eene menigte van Landverblijven, op welke zij, of den geheelen Zomer met genoegen kunnen doorbrengen, of eenige weinige dagen ter weeke, van het koop- of ander bedrijf zich verpoozen. Te dierbaar, hier en elders, is de grond, dan dat de Landzaaten denzelven enkel tot hun vermaak zouden aanwenden; terwijl het in andere minder vrugtbaare oorden, niet ontbreekt aan Lusthoven, welke die van veele buitenlanderen, in uitgebreidheid zo niet overtreffen, althans evenaaren.