Het Graafschap [/i]LEERDAM, in het gedeelte van Zuidholland, welk den naam van Vijf-Heeren-Landen draagt, strekkende, langs den Diefdijk, tot aan Everdingen, heeft het Graafschap Kuilenburg ten Noord-Oosten, en de Landen van Arkel en Vianen ten Noord-Westen. De Heerlijkheid Schoondenwoerd en de Baronnij van Akkoi leggen in dit Graafschap.
Eertijds een gedeelte geweest zijnde van het aloude Teisterbant, wierdt het daar van afgescheurd, en zedert de eigendom der Heeren VAN ARKEL. Meer dan vierhonderd jaaren bleef het in dit doorluchtig geslagt. Door huwelijk kwam het aan den Huize VAN EGMOND, in den Jaare 1410. Door het huwelijk van Prinse WILLEM DEN I met ANNA VAN EGMOND, ging het Graafschap in het Huis VAN ORANJE over, waar in het tot heden toe gebleeven is. Men vindt ’er meest Weilanden, zeer geschikt tot het aanfokken van paarden, waar in hier veel handels wordt gedreeven.Zie VAN DER HOUVEN, Handv. Kron. ALTING, Not. Germ. Infer.
LEERDAM, De Stad
De Stad LEERDAM, in het straks gemelde Graafschap, aan de rivier de Linge, nabij de grenzen van Gelderland, legt met de Steedjes Asperen en Heukelum na genoeg in een gelijkzijdigen driehoek. Indien ’er, ’t eenigen dage, een stroompje, de Lee of Lea geheeten, aan de regter zijde van den Linge geloopen hebbe, zo als de Heer ALTING gist, over welken vervolgens een Dam wierdt geslagen, zou de Naamsafleiding daar van zeer natuurlijk volgen. FOP VAN ARKEL, van zijne Moeder een onmeetelijken schat van Goud en Zilver geërfd hebbende, zou, in ’t laatst der Tiende of het begin der Elfde Eeuwe, Leerdam gestigt hebben. Zedert van een Dorp in eene Stad veranderd, heeft de Plaats thans eene zeer regelmaatige gedaante, die van een langwerpig Vierkant. Meest alle de Straaten loopen lijnrecht, en worden van Dwarsstraaten doorsneeden. Leerdam legt voorts binnen eene Graft, van eenen Muur omringd, in welken men, behaiven drie Waterpoorten, de volgende vier Gang- en Rijpoorten telt: de Veenpoort, Schoonderwoertschepoort, Hooftpoort en Steigerpoort. Van het Kasteel, welk men ’er eertijds hadt, zijn slegts drie Wagttorens in weezen. Het getal der Huizen, veele van welke een zindelijk aanzien hebben, wordt op ruim tweehonderddertig begroot. De Kerk, die door twee Predikanten wordt bediend, is een fraai Kruisgebouw, pronkende mee een zwaaren vierkantigen Toren. In het Koor ontmoet men het Graf van den laatsten Heere VAN ARKEL. Boven den ingang van het Stadhuis, in den Jaare 1631 gebouwd of merkelijk vertimmerd, ziet men het Wapen van Prinse FREDERIK HENRIK. Het Jagthuis van den Graave van Leerdam, een vrij aanzienlijk gebouw, dient den Drossaard tot eene wooninge. Uit deezen, nevens den Rentmeester van ’s Graaven Domeinen, den Schout, twee Burgemeesteren en zeven Schepenen, bestaat de Regeering der Stad. Het stoelemaaken is aldaar het hoofdbestaan der Ingezeetenen. Wij merken hier nog aan, dat, nevens andere kleine Steden, Leerdam eertijds ter Vergaderinge van Holland wierdt beschreeven. Redenen van Staat, of om kosten te bespaaren , was vervolgens oorzaak, dat dit Voorregt allengskens is uitgesleeten.
Zie KEMP, Beschr. van Gorinchem.
LEERSUM
eene Heerlijkheid en Dorp, in het Overkwartier van het Sticht van Utrecht, strekkende Noordwaarts over de Amersfoortsche bergen, tot aan de Grift bij Wouderberg, en Westwaarts tot aan Doorn en Darthuizen, Zuilenstein wordt ook wel de Heerlijkheid genoemd, omdat zij daar mede vereenigd is, en door éénen Heer bezeeten wordt. Te gader bevatten ze honderdachtenzeventig Morgens Lands, en om en bij de zeventig Huizen. Het Dorp van dien naam legt tegen de Amersfoortsche bergen, ongeveer anderhalf uur gaans van Wijk hij Duurstede. Om het toeneemend getal van inwooneren, heeft men, in laatere jaaren, de Kerk moeten vergrooten. De Toren is een oud gebouw. De Leeraar, welke hier zijne woonplaats heeft, en Lid is van de Klassis van Rhenen, neemt ook den Dienst waar te Darthuizen en Ginkel.