een aloud Graafschap, in ‘s Lands Geschiedenissen zeer vermaard. Omtrent deszelfs uitgestrektheid en grenzen is men ’t niet volkomen eens.
Mannen van naam en kunde zijn van gevoelen, dat, van ouds, tot dat Graafschap heeft behoord, het geheele land, tusschen de Maas, de Waal en den Rhijn gelegen, gerekend van Nieuwmegen af tot aan Woudrichem. Teisterbant zal dus begreepen hebben de Betuwe, de Bommele- ren de Tielerwaart, het land van Heusden, Arkel, Altena, Batenburg, Buren, Kuilenburg, Tiel en Vianen. De Stad Tiel was ’er de Hoofdstad van. Onder de Provinciën Gelderland, Holland en Utrecht, is, derhalven, deszelfs aloud grondgebied verdeeld. Reeds vroeg is dit Graafschap bekend geweest. Het was eertijds een Leen van het Sticht van Utrecht, en bleef het tot in den Jaare 742, wanneer het aan de Hertogen van Kleef kwam.Zie s. VAN LEEUWEN Batavia; M. ALTING, Notit. Germania Inferioris.