Definities van Zuidnederlands Woordenboek in de Ensie B
- bij
- bijaldien
- bijbehoorten
- bijbehoren
- bijbehorigheden
- bijdehands
- bijeen
- bijhalen
- bijhebben
- bijhorend
- bijhorigheid
- bijhouden
- bijhuis
- bijkomend
- bijtreden
- bijvoegen
- bijzetten
- bijzichtig
- bijzit
- bijzonder (biezonder)
- bijzonderlijk (biezonderlijk)
- bil
- bilan
- binder
- binnen
- binnenbreken
- binnenbrengen
- binnenkoer
- binnenlopen
- binnennummer
- binnenpost
- binnenrijven
- binnensturen
- binst
- bissen
- bisser
- bitsig
- bitter (bitteren)
- blaar
- blad
- blaffetuur
- blak
- blekken
- bles
- bleten (bleiten)
- bleu
- blijf
- blindekoe
- blink
- blinken
- blits (blitz)
- bloed
- bloedstorting
- bloem
- blok
- blonderen
- bluts
- blutsen
- bo
- bobijn
- boef
- boeffen
- boek
- boeket (bouquet)
- boeksharing
- boetstraffelijk
- boever
- boffen
- boite
- bokaal
- boks
- boksen
- bol
- bollen
- bolwassing
- bom (bombe)
- bombardon
- bombast
- bommel
- bon
- boni
- bonjour (bonjoer)
- bonket (bolket, boenket)
- bonmama (bomma)
- bonpapa (bompa)
- boogscheut
- boon
- boord
- boordsteen
- borduur
- bornput
- borstel
- bot
- boteren
- botermelk
- botsbollig
- bottine
- botvink
- bouchée
- boudoirkoekje
