Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie H
- heenkomen
- heenlopen
- heenreis
- heenstappen
- Heenvliet
- heenvlieten
- heenweg
- heep
- heer (heir)
- Heer Abtskerke, s-
- Heer Arendskerke, s-
- Heer, Belg. dorp
- heer, bijbel
- Heer, Friedrich
- Heer, Johannes de
- heer, m
- Heer, Ned. dorp
- heerachtig
- heerbaan (heirbaan)
- heerban
- heerd
- Heerde
- Heere, Lucas de
- Heeren
- Heerenberg, s-
- Heerenhoek, s-
- Heerenveen
- Heeresma
- Heerewaarden
- heergewaad
- Heerhugowaard
- Heerikhuizen
- Heering
- Heerjansdam
- heerkracht (heirkracht)
- Heerle
- heerleger (heirleger)
- Heerlen
- Heerlerheide
- heerlijk
- heerlijke rechten
- heerlijkheid
- heermoes
- Heeroma
- heeroom
- Heers
- heerschaar (heirschaar)
- heerschap
- heerschappij
- heersen
- heersend erf
- heerszucht
- heerszuchtig
- heertje
- Heerup
- heervaart (heirvaart)
- heerweg
- heerworm
- Hees
- hees, schor
- Heesbeen
- Heesch
- heesheid
- heester
- Heesters, Johan
- Heesters, Nicole
- Heestert
- Heeswijk
- Heeswijk-Dinther
- heet
- Heeten
- heetgebakerd
- heethoofd
- heethoofdig
- heetlopen
- heetwaterproef
- heetwatertoestel
- heetwaterverwarming
- Heeze
- Hefaistos
- hefboom
- hefbrug
- hefdeur
- Hefele
- heffen
- Heffen, dorp
- heffing
- heffingsvers
- hefinrichting
- hefmagneet
- Hefner-Alteneck
- hefoffer
- hefschroef
- hefschroef vliegtuig
- hefspier
- heft
- heft, handvat
- Heftalieten
- heftang
- heftig
