Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hefmagneet

betekenis & definitie

m. (-neten), krachtige elektromagneet die dient voor het transport van ferromagnetisch materiaal.

(e) De hefmagneet wordt aan de hijskabel van een kraan bevestigd. Uitgevoerd als ronde magneet met een middellijn van 700—1900 mm heeft hij voor massieve materialen een draagkracht van 4-30 t, voor schroot geldt slechts 5 % van deze waarden. Zelfs hete stukken ijzer tot een temperatuur van 500 °C kunnen door de hefmagneet opgenomen worden (ijzer van 700 °C is niet meer magnetiseerbaar). Voor het opnemen van kort plaaten staafmateriaal worden vlakke magneten gebruikt, terwijl voor lange staven hoefijzervormige magneten worden toegepast.

De voornaamste bestanddelen van de hefmagneet zijn de poolschoenen en de spoel voor de bekrachtiging. De beide concentrisch aangebrachte poolschoenen, een binnenen een buitenpoolschoen, bevinden zich aan de onderkant. Deze stalen kern omsluit de spoel geheel, zodat deze gevrijwaard is tegen beschadiging. Bij bekrachtiging, waarvoor alleen gelijkstroom gebruikt wordt, ontstaat tussen de poolschoenen een sterk elektromagnetisch veld, dat het ijzer aantrekt en vasthoudt. Door het onderbreken van de bekrachtigingsstroom verdwijnt het magnetisch veld, zodat de last losgelaten wordt. Het remanent magnetisme, d.i. het magnetisme dat in ferromagnetische stoffen na het opheffen van het elektromagnetische veld overblijft, moet zo gering mogelijk zijn, omdat anders kleine ijzerdelen aan de hefmagneet blijven hangen.

Bij eventuele netstroomstoringen moet uit veiligheidsoverwegingen de hefmagneetbekrachtiging gewaarborgd blijven. Daartoe zijn er speciale bufferbatterijen tussengeschakeld. De hefmagneet verkrijgt zijn elektrische energie van deze batterij die zelf via de netstroom continu bijgeladen wordt. Er zijn ook permanente hefmagneten waarbij slechts elektrische spanning nodig is om tijdelijk te ontmagnetiseren als de last moet worden losgelaten.

< >