Zuidned. schilder en dichter, *1534 Gent, ♱1584 Gent. Na zijn schildersopleiding bij Frans Floris de Vriendt te Antwerpen keerde De Heere terug naar Gent.
Na een verblijf te Fontainebleau (1559-60) werkte hij tot 1567 als portretschilder te Gent. Vervolgens week hij omwille van zijn calvinistische overtuiging uit naar Londen. Na zijn terugkeer in 1577 hield hij zich meer met politiek dan met kunst bezig. Hij werd de vertrouwensman van prins Willem van Oranje, organiseerde in 1577 diens ontvangst te Gent en in 1582 de intocht van hertog Frans van Anjou. Ondanks zijn faam bij zijn tijdgenoten is zijn verdienste als beeldend kunstenaar gering. Zijn werk getuigt van een koel academisme.
Hij publiceerde o.a. Den hof en boomgaerd der poësien (1565) en Psalmen Davids (1565). De Heere was de leermeester van o.a. Karel van Mander en Marcus II Gheeraerts.