Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- kalfsoog
- kalfspoelet
- kalfsschijf
- kalfsvel
- kali
- kali(e)
- kaliber
- kalief
- kalifaat
- kalis
- kalisse
- kalissestok
- kalium
- kaliumzout
- kalk
- kalkaarde
- kalkachtig
- kalkbak
- kalkbranderij
- kalkei
- kalken
- kalkgebergte
- kalkgroef
- kalkgrond
- kalkkloet
- kalklaag
- kalklicht
- kalkmelk
- kalkmergel
- kalkmortel
- kalkoen
- kalkoens
- kalkoentje
- kalkoven
- kalksteen
- kalkwater
- kalle
- kallemoei(e)
- kallen
- kalm
- kalmeren
- kalmink
- kalmpjes
- kalmte
- Kalmukken
- kalmus
- kalmusolie
- kalomel
- kalong
- kalot
- kalsei(de)
- kalven
- kalverachtig
- kalveren
- kalverig
- kalverliefde
- kalvijn
- kam
- kambrium
- kamduiker
- kameel
- kameel(s)haar
- kameelpardel
- kameelschaap
- kameleon
- kameleontisch
- kamelot
- kamelotten
- kamen
- kamenier
- kamenieren
- kamenierster
- kamer
- Kamer van arbeid
- Kamer van koophandel en fabrieken
- kamer van rhetorica
- kameraad
- kameraadschappelijk
- kamerarrest
- kamerbewaarder
- kamerbuks
- kamerdienaar
- kamerdoek
- kamergeleerde
- kamergerecht
- kamergymnastiek
- kamerheer
- Kamerlid
- kamerling
- kamermeisje
- kamermuziek
- kamerolifantje
- Kamerontbinding
- Kameroverzicht
- kamerplant
- kamerscherm
- Kamerverslag
- kamerwacht
- Kamerzitting
- kamfer
