Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- kuststreek
- kustvaarder
- kustverlichting
- kustversterking
- kustwacht
- kustwachter
- kuts
- kuun
- kuur
- kV
- kW
- kwaad
- kwaadaardig
- kwaadaardigheid
- kwaaddoener
- kwaadheid
- kwaadperterij
- kwaadschiks
- kwaadspreken
- kwaadsprekend
- kwaadtong
- kwaadtongig
- kwaadvogel
- kwaadwillig
- kwaadzeer
- kwaal
- kwab, kwabbe
- kwabaal
- kwabbig
- kwabwangen
- kwadraat
- kwadrant
- kwajongen
- kwajongensachtig
- kwajongensstreek
- kwak
- kwaken
- Kwaker
- kwakkel
- kwakkelen
- kwakkelwinter
- kwakkelziekte
- kwakken
- kwakvors
- kwakzalven
- kwakzalver
- kwakzalverij
- kwal
- kwalijk
- kwalijkheid
- kwaliteit
- kwalm
- kwalmen
- kwalster
- kwalsteren
- kwanselaar
- kwanselen
- kwansuis
- kwant
- kwantiteit
- kwaps
- kwarrel
- kwarrelig
- kwart
- kwartaal
- kwartanker
- kwartel
- kwartelkoning
- kwartet
- kwartgulden
- kwartier
- kwartiermaker
- kwartiermeester
- kwartijn
- kwartje
- kwartjesvinder
- kwarto-formaat
- kwarts
- kwartsachtig
- kwassiehout
- kwast
- kwastelorum
- kwasterig
- kwastig
- kwatong
- kwatrijn
- kwats
- kweb
- kwebbel
- kwebbelen
- kweddel
- kwee
- kwee-boom
- kweeappel
- kweek
- kweekbed
- kweekgras
- kweekschool
- kweekwee
- kween
