Gepubliceerd op 11-11-2021

kalk

betekenis & definitie

v. (Gr.-Lat. calx: 1 scheik. calciumoxyde; 2 het hoofdbestanddeel der metselspecie; 3 bij uitbr. metselspecie [met kalk en zand bereid]; 4 met kalk bereide specie om mede te pleisteren of te witten; 5 de verharde specie of pleister, stuc, witsel; 6 gew. krijt):

1 zuivere kalk is een witte, poreuze massa, onsmeltbaar;
2 kalk branden, kalk winnen b.v. uit schelpen door verhitten; kalk blussen;
3 een handvol kalk uit de kalkbak;
4 bestrijken met kalk;
5 de kalk viel van het plafond;
6 zie k a l k e n;

nog: het kalk van de ogen, het wit.

< >