Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- karmijn
- karmijnen
- karmozijn
- karn
- karnemelk
- karnemelkspap
- karnemelkspap v. (pap van met gort of iets anders gekookte karnemelk)
- karnen
- karnhond
- karnoffelen
- karnpols
- karoe
- Karolingers
- karonje
- karoot
- karos
- karot
- karottentouw
- karottentrekker
- karper
- karpet
- karpoets
- karreel
- karrekiet
- karrekol
- karreman
- karren
- karrepaard
- Karro, Karo
- Karroo
- karsaai
- karsaaien
- karspel
- kartabel
- kartel
- karteldarm
- kartelen
- kartelig
- karteling
- kartets
- Karthuizer
- kartoffel
- kartograaf
- karton
- kartonnagefabriek
- kartonnen
- kartonneren
- kartonnering
- kartouw
- Kartuizer
- karveel
- karveelswerk
- karviel
- karwats
- karwei
- karwij
- karwijzaad
- Kas / kas
- kasbloem
- kasboek
- kasdruif
- kasgeld
- kashouder
- kasian
- kasj(e)mir
- kasje
- kaskenade
- kaskien, kaskijn
- kaspapier
- kasrand
- kasregister
- kassa
- kassaard
- kassave
- kassei(e)
- kasseien
- kasseienslijper
- kassen
- kassian
- kassier
- kassiersboek
- kassiersbriefje
- kast
- kastanje
- kastanjebruin
- kaste
- kasteel
- kastegeest
- kastekort
- kastelein
- kastenmaker
- kasterolie
- kastie
- kastijden
- kastijding
- Kastiliaan
- Kastiliaans
- kastje
- kastoor
- kastoren
