De lange strook land, die Noord- en Zuid-Amerika met elkaar verbindt, staat bekend als Midden-Amerika.
Geografisch gezien maakt de strook deel uit van Noord-Amerika.
Hoewel Midden- (of Centraal-) Amerika kleiner is dan verscheidene Amerikaanse staten, bestaat het uit zes onafhankelijke landen en een kolonie van de Verenigde Staten. De landen zijn Honduras, Nicaragua, Guatemala, Panama, Costa Rica en El Salvador; de kolonie is de zg. ‘Kanaalzone’ in Panama. Door deze zone loopt het Panama Kanaal; beide oevers van dit kanaal behoren aan de Verenigde Staten.
Op de landkaart lijkt het alsof Midden-Amerika een handige brug vormt tussen Noorden Zuid-Amerika. In werkelijkheid is dit echter niet zo; door zijn bergachtig karakter is dit gebied moeilijk te bereizen; een moeilijkheid die nog vergroot wordt door de vochtige wouden, waarmee grote delen van Midden-Amerika zijn bedekt. Bergen en wouden verklaren ook de verdeling van het gebied in zoveel afzonderlijke landen.
De meeste bewoners van Midden-Amerika zijn Indianen of hebben Indiaans bloed in de aderen. De Indiaanse huizen zijn gewoonlijk niet meer dan kleine hutten, waarvan de meeste slechts uit één vertrek bestaan. Toch zien veel van die hutten er erg schilderachtig uit, omdat ze versierd zijn met vrolijke muurschilderingen en omringd met felgekleurd pottebakkerswerk. Voor het bereiden van voedsel staat in het midden van elke hut een kachel. Op die kachels bakken de vrouwen o.a. ‘tortilla’s’: een soort platte koeken van meel, die geserveerd worden als brood. Veel maaltijden in Midden-Amerika bestaan uit tortilla’s, bonen, koffie en een soort bananen.
Langs de kust van de Caraïbische Zee en de Grote Oceaan is het land laag; voor de rest is Midden-Amerika bergachtig. De meeste mensen wonen in het berggebied, omdat het laagland te heet en te vochtig is om er prettig te kunnen leven. Het laagland ligt echter niet verlaten; juist door zijn warme klimaat en zijn hoge vochtigheidsgehalte is het bij uitstek geschikt voor de verbouw van bananen. Er liggen hier dan ook zoveel bananenplantages dat de zes Middenamerikaanse landen wel eens de ‘bananenrepublieken’ worden genoemd. Het laagland in het oosten, voorzover het niet ontgonnen is voor de aanleg van bananenplantages, is verder bedekt met dichte wouden, waarin hout en ‘chicle’ (voor de de vervaardiging van kauwgum) verzameld worden. Een van de bekendste houtsoorten uit dit gebied is mahoniehout, dat door zijn stevigheid en zijn schoonheid veelvuldig gebruikt wordt voor het vervaardigen van meubels. Langs de kust van de Grote Oceaan lig-
gen naast bananenplantages veel suikerrietplantages. Verder wordt er ook wel cacao verbouwd.
De voornaamste landbouwprodukten van de hogergelegen gebieden zijn koffie en mais. De Indianen uit dit gebied verbouwden al mais voordat de blanken ooit van dit gewas gehoord hadden. De Middenamerikaanse mais is voornamelijk voor binnenlands verbruik bestemd; de koffie daarentegen wordt in grote hoeveelheden geëxporteerd. Een export produkt vormt ook het vlees van runderen, die in het berggebied gefokt worden.
Midden-Amerika beschikt ook over aantrekkelijke voorraden delfstoffen. Tot nu toe zijn de meeste ervan echter nog niet in exploitatie genomen.
Op veel plaatsen in het berggebied van Midden-Amerika heerst een bijzonder aangenaam klimaat. Als gevolg daarvan trekt dit gebied tegenwoordig steeds meer toeristen. Midden-Amerika is echter niet altijd geschikt voor toeristenverkeer. De rust in de landen wordt namelijk vaak verstoord door revoluties: opstanden, waarbij de ene partij de andere van de macht wil verdringen. Als gevolg van deze revoluties wordt de vooruitgang in Midden-Amerika sterk afgeremd.