Gaaien en klaprozen lijken niet zoveel op elkaar. Toch komen ze in een aantal opzichten met elkaar overeen.
Ze leven; ze groeien; ze planten zich voort en hun nakomelingen lijken sprekend op hen. Zowel klaprozen als gaaien hebben water, lucht en voedsel nodig om in leven te blijven. Natuurlijk ‘eet’ een klaproos anders dan een gaai; haar voedsel is anders en ze verkrijgt het op een andere manier. Maar zodra er geen voedsel meer is, is een klaproos evenzeer ten dode gedoemd als de hongerige gaai. Zowel de vogel als de bloem bewegen zich. Weliswaar vliegt een klaproos niet rond, maar in het inwendige van de plant is bijna evenveel beweging als in het binnenste van de vogel.Evenals de gaai is de klaproos opgebouwd uit kleine brokjes levend materiaal: de cellen, die gevuld zijn met protoplasma. Op aarde leven ongeveer anderhalf miljoen soorten levende wezens. Ze verschillen op honderdduizenden manieren van elkaar - maar ze lijken op elkaar zoals de gaai uit ons voorbeeld lijkt op de klaproos: ze leven.
Het leven op aarde is oneindig gevarieerd. Dat wordt duidelijk als we ons enkele levende wezens voor de geest halen. Walvissen, muizen, sequoia’s, paardebloemen, wormen, kevers, zeesterren en bacteriën - ze leven allemaal, maar stuk voor stuk zijn ze duidelijk van elkaar te onderscheiden.
Alle levende wezens op aarde kunnen verdeeld worden in twee grote groepen: de planten en de dieren. Veel mensen denken, dat dieren een pels moeten hebben. Ze verwarren dan echter de begrippen ‘dier’ en ‘zoogdier’. Zoogdieren vormen een afzonderlijke groep in het dierenrijk; een groep waartoe bijvoorbeeld katten, honden, leeuwen, tijgers, paarden, koeien en .. . mensen behoren. Ze dragen allemaal haar. Maar de groep der zoogdieren vormt slechts een klein onderdeel van het grote dierenrijk. Tot dat rijk behoren bijvoorbeeld ook de insekten, de spinnen, de padden, de slangen, de vissen, de hagedissen, de krabben, de slakken en de wormen - en geen van deze dieren is in het bezit van een vacht!
Op dezelfde wijze menen sommige mensen, dat planten betrekkelijk klein moeten zijn zoals de klaproos en het madeliefje. Ze hebben nooit begrepen dat ook bomen, struiken, wijnstokken en zeewieren tot het plantenrijk behoren.
Er zijn levende wezens, die de wetenschap nog steeds voor raadsels stellen wat betreft de categorie, waaronder zij moeten worden gerekend. Het is namelijk zeer moeilijk vast te stellen of deze wezens planten of dieren zijn. Lange tijd heeft men gedacht dat sponzen planten waren, omdat ze nooit bewogen. Ook andere dieren lijken zoveel op planten, dat ze in het verleden zelfs plantennamen gekregen hebben. Zee-anemonen en zeelelies zijn daar een goed voorbeeld van; hoeveel ze op planten lijken en hoe plantaardig ook hun naam is: in werkelijkheid zijn het dieren. De geleerden hebben dat echter pas ontdekt na een zeer zorgvuldige studie.
Nog steeds zijn er dus levende wezens, die niet goed thuis te brengen zijn. Ze zijn voor het blote oog onzichtbaar en kunnen alleen onder een microscoop bestudeerd worden. Ze zijn groen, zoals de meeste planten - maar tegelijkertijd gedragen ze zich als dieren. Waar horen ze thuis? Misschien is het veiliger ze ‘plant-dieren’ te noemen; een naam, die aangeeft, dat ze zich op het grensgebied tussen planten- en dierenrijk bevinden.
Veel van deze raadsels zijn er echter niet overgebleven. Van de meeste levende wezens heeft de wetenschap zeer beslist vastgesteld in welke groep ze thuishoren.