Water heeft zoveel eigenschappen, dat ze elkaar verscheidene keren.... tegenspreken. Het is nat, goed zichtbaar en gemakkelijk uit te schenken.
Maar tegelijkertijd is het droog, kun je het niet voelen en is het onzichtbaar. En tenslotte is het ook nog zo hard als steen....Deze vreemde combinatie van eigenschappen gaat natuurlijk alleen maar op als we er rekening mee houden, dat water kan voorkomen in drie toestanden: de vloeibare, de vaste en de gasvormige.
In vloeibare toestand vormt water zeeën, meren en rivieren; het is in die vorm nat, duidelijk zichtbaar en gemakkelijk te schenken. In gasvormige toestand (waterdamp) veranderen die eigenschappen. Waterdamp is droog, niet voelbaar en onzichtbaar. Pas als waterdamp wordt afgekoeld of samengeperst, gaat hij weer over in water en keren de eigenschappen van de vloeibare toestand terug. In vaste vorm tenslotte kennen we water als ijs; ijs, dat kurkdroog is zolang het niet smelt en dat zo hard is als steen.
Meer dan tweederde van het aardoppervlak bestaat uit water. Bovendien bevat de lucht om ons heen grote hoeveelheden waterdamp en bestaat ook het ‘droge’ land voor een deel uit water. Zelfs kurkdroge grond bevat gewoonlijk een bepaalde hoeveelheid water, dat als een dun vliesje rondom elke zandkorrel zit.
In de zeeën, rivieren en meren leven miljarden planten en dieren. Maar ook de plantenen dierenwereld op het vasteland kunnen zonder water niet bestaan. Voor een deel komt dat, omdat alle levende wezens grotendeels uit water bestaan. Dat geldt ook voor de mens; het menselijk lichaam kan eerder zonder voedsel dan zonder water.
Ook in ons dagelijkse leven speelt water een grote rol. We drinken het, we bereiden er een deel van ons voedsel mee, we hebben het nodig om ons te wassen, om vuur te blussen, om schoon te maken, om onze planten te begieten en om duizend-en-één andere redenen. Een van de grote problemen van de moderne maatschappij is de produktie van voldoende bruikbaar water.
De wetenschap heeft een speciale manier om water aan te duiden. Dat gebeurt dan door middel van een formule. De formule voor water is ‘H20’. De H in deze formule betekent waterstof (in het Latijn: ‘hydrogenium’), de O zuurstof (Latijn: ‘oxygenium’). De formule vertelt ons verder, dat één molecuul water is opgebouwd uit één atoom waterstof en twee atomen zuurstof.