Definities van Nederduitsche spreekwoorden in de Ensie S
- Sal, mel, fel, eischt het schrift wel
- Scheer je van hier
- Scheer zacht, meester jan
- Schenk eens rond, zei bakker, en hy zat alleen
- Scherp geneust, en dun gelipt. hangen, hangen
- Schoemaker, ga niet boven uw leest
- Schoon voorgedaan, is half verkocht
- Schreyende kinderen maken zingende moeders
- Schrijft daar vry een P voor
- Sint thomas de wasscher
- Slaat’er wat eyeren in
- Sliep! sliep!
- Sluipende honden hebben het spek allereerst weg
- Smids kinderen zyn wel vonken gewoon
- Spaaren is een goede rente
- Speel dat liever op de ruispyp, dan kan niemand van de boeren het verstaan
- Speel om deuvikken, die kont gy weêr visschen
- Spijt uw bakhuis
- Spotters huis brand ook wel
- Spreekt dat waar is, drinkt dat klaar is, eet dat gaar is
- Springt’er eens na
- St!
- Steegepaarden moet men met scherpe spooren beryden
- Steek den vinger in de aarde, en riek in wat land gy zyt
- Steek uwe hand niet tusschen den post en de deur
- Steek uwen voet niet verder uit, dan uw bed reikt
- Steelt wat, zo hebt gy wat: maar laatyder het zyne
- Stille wateren hebben diepe gronden
- Stof in de oogen werpen
- Stommen bedevaart speelen
- Stoot my daar ik wezen wil, of ik val’er van zelf
- Strenge heeren richten niet lang
- Summa summarum
- Super nagelum