Die dat doen, stellen zich in gevaar van deerlijk geklemt te worden; gelijk die zijnen vinger steekt in den mond van een zot. Men eigent dit toe op zulke, die zich onvoorzigtig inmengen tusschen twee die malkanderen na zyn, b. v. man en vrouw; dat zelden wel uitvalt.
Vrienden mogen kyven, zy moeten vrienden blyven. Niemand zy vooral een oorblazer, die twist stookt. Verzoenen de twistende, dan heeft zulk een die beide tot zijne vyanden gemaakt: gelijk zelf de scheider wel beide de vechtende op ‘t lyf, immers van ’t bystaan lichtelijk wat mede krygt. Men zegt dat ook: Steek uwe hand niet tusschen de schorsse en den boom.