Definities van Nederduitsche spreekwoorden in de Ensie E
- Een appeltje te grabbel werpen
- Een arm man sterft zyn koe, en een ryk man zyn kind
- Een bedelaars tas is nimmermeer vol
- Een beschaamt schooyer heeft een platten bedelzak
- Een blankenburgsche rekening maken
- Een blind man, is een arm man
- Een blinde schiet wel een kraai
- Een bontekraai maakt geen kouden winter
- Een ezel stoot zich geen tweemaal aan eenen steen
- Een gedwongen eed is god leed
- Een gehaalde kruik is haast uit
- Een gehuurtpaard, en eigen spooren, maken korte mylen
- Een gek maakt’er veele
- Een gezel in verdriet, verlicht de pyn
- Een gezonde kaalis is een ryk man
- Een glaasje na de gratie
- Een goed betaaler weigert geen pand
- Een goed houwelyk zal ’t al betalen
- Een goed huishouder moet zorgen voor b. b. b. b
- Een goed monik gaat niet alleen
- Een goed schipper zeilt wel tegen een paal
- Een goede hoop is beter, dan een quaade bezitting
- Een goede vrouw is zonder hoofd
- Een goede waterhond ontziet geen modderige sloot
- Een groene kersmis maakt een witte paschen
- Een haastige hond, werpt blinden jonge
- Een hert onder den riem steken
- Een hond zou dat zyn moêr niet geven
- Een huis vol dochters, is een kelder vol zuur bier
- Een is geen
- Een jaar is aan geen staak gebonden
- Een jonas maken
- Een kabel op zolder
- Een kans wagen
- Een kattendans springen
- Een kind zou merken, dat een kalf een beest is
- Een klein putje in de aarde, is een groot gemak in huis
- Een kleine vonk ontsteekt wel een grooten brand
- Een kusje zonder baard, een eitje zonder zout
- Een ledige beurs is ’t veiligste paspoort
- Een leugenaar gelooft men niet, al spreekt hy waar
- Een leugenaar moet een goede geheugenis hebben
- Een liedje zingen op zijn eigen hand
- Een man een man, een woord een woord
- Een man gaat een mans gang
- Een man over boord, een eeter te minder
- Een man zonder geld, is een lyk
- Een monik word niet gram, om dat men hem mijn heer den abt heet
- Een nagel aan ymands doodkist zyn
- Een ongelegt ei, is een onzeker kieken
- Een ongeluk komt niet alleen
- Een oud paard jaagt men aan den dyk
- Een oude wolf is wel gerucht gewoon
- Een pik opymand hebben
- Een quaad wyf, is het slechtste stuk huisraad
- Een rentier is een arm dier
- Een schip op strand, is een baken in zee
- Een schoon aangezicht verkoopt wel een schurfden aars
- Een schoone dag maakt geen zomer
- Een schurft hooft wil de kam niet lijden
- Een slip van den rok scheuren
- Een spel heeft ook een kop
- Een stok in ’t wiel steken
- Een torn op ymand doen
- Een vergeten man is’er best an
- Een verloopen monik zeide nooit goed van zyn konvent
- Een vijg
- Een vliegende kraai vangt wat, die stil zit, niet
- Een vrouw, en gebroken been, moeten ’t huis bewaren
- Een vryer weet wel wat hy begeert; maar niet wat het is; of, wat hy wil
- Een vuile bruid behoeft veel opschikkens
- Een yder leg de hand op zyn eigen hert, en ken zich zelven
- Een zeer oog kan ’t licht niet verdragen
- Een zeer oog moet men met den elleboog verbinden
- Een zot en zyn geld, zyn haast gescheiden
- Een zot heeft geen bellen van doen; hy laat zich zelf genoeg hooren
- Een zot spreekt wel een wys woord
- Een zwaan heeft haarepluimen zo wel van doen, als een musch haare veêren
- Eens betrapt, tienmaal gedaan
- Eens weelde, is niet altyd armoede
- Eer ’t gras gewassen is, is ’t paard dood
- Eer heb uw hart
- Eere kost veel te houden
- Eerst hangen, daar na proces maken
- Eerst oom, en dan ooms kinderen
- Eet geen hertenvleesch
- Eet ham met mostaard, zo word gy sterk
- Eet uw broodje droog, de boter geld twee blanken
- Eigen drek stinkt niet
- Eigen haard is goud waard
- Eigen lof stinkt
- Eilaas!
- Elk een zoekt zich zelven; zo gaat niemand verloren
- Elk heeft genoeg aan zijn eigen hof te wieden
- Elk heeft zijn pop, daar hy meê speelt
- Elk heeft zyn liefje lief, al is zy besnot
- Elk het zyne, dan heeft de quaade niets
- Elk huis heeft zyn kruis
- Elk kleed zijn pop op zyn fatzoen
- Elk kramer zal zyn eigen mars dragen