Zekerlyk de gezondheid is een groote, hoewel van de bezittters een onbekende en ongeachte schat, het waardigste lichaamelyk goed naast het leven, en zonder welke niets ons smaaken of vermaaken kan. Dit bevind men, als men ze verloren heeft, en in smerten quynt.
Een gezond bedelaar is’er beter aan, dan een ziek Koning. Men kan egter op dien rykdom geen lyfrenten koopen, al schynt het dat men op ymand een Kerk zoude bouwen. Heden rood, morgen dood. De kranke ligt op het bed, en de veege staat’er voor.