(koning der Nederlanden; 1772-1844) De eerste Nederlandse koning was de zoon van stadhouder Willem V. Nadat Nederland in 1793 in oorlog was geraakt met Frankrijk, vluchtte hij naar Engeland, waar hij aan geallieerde zijde streed tegen Napoleon.
In 1813 landde hij na een afwezigheid van 20 jaar op het strand van Scheveningen. Een jaar later werd hij door de Nederlanders uitgeroepen tot koning. Willem I was echter blind voor de grote godsdienstige tegenstellingen tussen het katholieke België en het protestantse Nederland. In de nieuwe grondwet werd het nieuwe koninkrijk dan ook beschouwd als een protestant land. Dat zette in het zuiden zoveel kwaad bloed, dat de Belgen (in 1830) in opstand kwamen; zich losscheurden van Nederland en Leopold I van Saksen-Coburg tot koning kozen. De Nederlandse vorst wilde zich bij deze beslissing niet neerleggen en begon in 1831 aan de z.g. ‘Tiendaagse Veldtocht’ tegen de Belgen.De Nederlanders boekten aanvankelijk wel succes doch moesten de strijd opgeven, toen Frankrijk zich aan de zijde van de Belgen schaarde.
Een van de belangrijkste beslissingen onder het bewind van Willem I was het besluit in Nederland de ministeriële verantwoordelijkheid in te voeren. Dat wil zeggen, dat voor alle beslissingen van de regering de ministers verantwoordelijk zijn en niet de vorst. De koning zelf was tegen deze beknotting van zijn macht nogal gekant. Hierdoor verloor hij veel sympathie. Toen hij bovendien het voornemen te kennen gaf te willen trouwen met de (katholieke) gravin d’Oultremont, ondervond hij zoveel verzet, dat hij in 1840 aftrad en in Silezië ging wonen.