Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

WIJN

betekenis & definitie

Al vele duizenden jaren lang heeft de mens met zorg en geduld wijndruiven gekweekt. De Bijbel maakt melding van de wijnbouw; Grieken en Romeinen gaven de wijndruif zelfs een plaatsje in hun godsdienstig leven en hadden wijngoden in de persoon van Dionysos (Grieks) en Bacchus (Romeins).

Tegenwoordig kennen we meer dan 2000 druivensoorten, waarvan uit de vruchten wijn kan worden gemaakt. Ze worden hoofdzakelijk verbouwd in streken, waar een warme zon de druiven kan rijp stoven. Praktisch elke druivensoort levert een ander soort wijn. Veel van die wijndruiven worden alleen in een bepaald gebied verbouwd. De wijn, die uit zulke druiven wordt geperst, draagt dikwijls de naam van die streek (Malaga, Champagne, Bordeaux, Bourgogne, Moezel, Tokayer). Druiven kunnen echter niet alleen worden gebruikt voor de wijnproduktie maar worden ook als vers fruit of in gedroogde vorm gegeten.

Krenten en rozijnen zijn in werkelijkheid ook gedroogde druifachtige vruchten. De druif is een klimplant. In heel veel wijnbouwgebieden wordt ze dan ook langs hekwerken gevoerd. De druif gedijt meestal het beste op droge, lichte gronden en op plaatsen, waar ze volop zonneschijn krijgt (de zonzijde van heuvels bijvoorbeeld). Wijngaarden vergen veel aandacht en veel zorg. De druivenplanten moeten beschermd worden tegen allerlei ziekten en tegen de schadelijke invloed van plotselinge weersveranderingen.

Een bepaalde wortelluissoort vernietigde aan het einde van de vorige eeuw praktisch alle wijncultures van Europa, Azië en Afrika. Het diertje beschadigde de wortels van de druivenplanten, waardoor ze stierven bij gebrek aan voedsel.

De bekendste wijnlanden van Europa zijn Duitsland, Italië, Frankrijk en Spanje. Ook Joegoslavië en Griekenland produceren wijnen, die de laatste jaren erg in trek zijn gekomen.

< >