Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

VLINDER

betekenis & definitie

Voorzover bekend leven er op het ogenblik op aarde meer dan 500.000 insektensoorten. Van dat halve miljoen behoren er enkele duizenden tot de familie van de vlinders.

Evenals alle andere insekten hebben de vlinders zes poten, is hun lichaam verdeeld in drie segmenten en dragen ze voelsprieten aan de kop. In één opzicht echter verschillen de vlinders nogal wat van hun soortgenoten in de insekten wereld. Hun vleugels zijn namelijk bedekt met uiterst kleine schubben, die als dakpannen over elkaar vallen.

In grote lijnen zijn de vlinders te verdelen in twee grote groepen: de dagvlinders en de nachtvlinders. Het is niet altijd even gemakkelijk deze twee groepen van elkaar te onderscheiden. Enige typische kenmerken kunnen daarbij echter van dienst zijn:

dagvlinders vliegen gewoonlijk alleen overdag en dan nog bij voorkeur op zonnige zomerdagen. Nachtvlinders komen eerst na zonsondergang te voorschijn;

rustende dagvlinders houden hun gesloten vleugels rechtop; rustende nachtvlinders vouwen ze achterwaarts over hun lichaam; het lichaam van een dagvlinder is slank en dun; het lichaam van nachtvlinders is daarentegen dik en plomp en heel vaak ook behaard; dagvlinders dragen dunne voelsprieten, die zich aan het einde verdikken; de voelsprieten van nachtvlinders zien eruit als dunne draadjes of als pluimige veertjes.

Deze kenmerken zijn terug te vinden op de afbeeldingen bij dit artikel. De ene tekening bevat uitsluitend dagvlinders, de andere alleen nachtvlinders.

Elke vlinder maakt in zijn leven vier perioden door. Van een ei ontwikkelt het dier zich tot een larf, die larf wordt een pop en uit die pop komt tenslotte de volwassen vlinder te voorschijn.

Vlinderlarven worden meestal rupsen genoemd. Rupsen gebruiken enorme hoeveelheden voedsel en groeien snel; zo snel zelfs, dat ze telkens uit hun huid barsten en vervellen. Vaak heeft zo’n nieuwe huid een heel andere kleur en een andere tekening dan de vorige. In het popstadium ‘slaapt’ het dier; in deze periode eet het niet en blijft het onbeweeglijk zitten binnen een hard pantser. Nachtvlinders brengen hun popstadium meestal door in een cocon van zijde, die door de rups wordt gesponnen tegen de tijd, dat ze zich gaat verpoppen. In het popstadium ondergaat het dier in alle stilte zeer grote veranderingen; van een kruipende rups groeit het uit tot een viervleugelig insekt van een vaak verblindende kleurenpracht.

Aan het einde van het popstadium breekt de pop open en komt de volwassen vlinder naar buiten kruipen. Sommige vlinders eten niet meer als ze eenmaal volwassen zijn geworden; spoedig na hun ‘geboorte’ uit de pop sterven ze dan ook. Andere voeden zich met honing, die ze met hun lange tong uit bloemkelken puren. Deze vlindersoorten verlenen, evenals bijen, nuttige diensten bij de bestuiving van allerlei planten.

Rupsen daarentegen kunnen grote schade aanrichten. Niet alleen zijn het enorme eters maar bovendien eten ze heel vaak planten, die de mens voor zichzelf bestemd heeft of vruchten, die op het punt staan geoogst te worden. Heel schadelijk zijn ook de rupsen van motten (een soort nachtvlinders), die zich voeden met textielvezels en als gevolg daarvan een grote ravage kunnen aanrichten in kleerkasten of tapijten.

Slechts één rups heeft de mens in de loop der tijden groot voordeel opgeleverd: de zijdeworm, die geen worm is doch de rups van de zijdevlinder.

< >