Een technische naam voor kwik is ‘mercurium’; het is een element, dat genoemd is naar de Romeinse god Mercurius, die gold als de snelle boodschapper van de goden. Iedereen die wel eens geprobeerd heeft kwik te pakken, zal moeten beamen dat die vreemde naam goed gekozen is.
Kwik is namelijk het enige metaal, dat bij kamertemperatuur vloeibaar is. Als er kwik gemorst wordt, spatten de gevallen druppels uiteen in kleine, glanzende bolletjes, die praktisch niet meer te verzamelen zijn. Om die eigenschap en om zijn glanzendgrijze kleur spreken we ook wel eens van kwikzilver - waarbij ‘kwik’ dan de betekenis heeft van ‘kwiek’.Liever nog dan van ‘mercurium’ spreken geleerden van ‘hydrargyrum’ als ze kwik bedoelen. Hydrargyrum is een Grieks woord, dat zoveel als ‘waterig zilver’ betekent. In verband met deze naam is het symbool voor kwik Hg.
Kwik wordt o.m. gebruikt in thermometers en barometers. Omdat dit metaal echter bij een temperatuur van 40° onder nul bevriest, kan het niet gebruikt worden in de poolstreken, waar de temperatuur vaak nog verder daalt. Kwik wordt in enkele gevallen in zuivere vorm in de natuur aangetroffen. Het meeste kwik wordt echter gewonnen uit een erts, waarin het zich heeft verbonden met zwavel, het cinnaber (HgS). Kwik heeft nog een merkwaardige eigenschap: het lost heel gemakkelijk goud op. Wie met kwik werkt kan dan ook beter zijn gouden ringen afleggen !