Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

JODEN

betekenis & definitie

Het Joodse volk heeft een lange en rijke geschiedenis achter de rug. Bijna 4000 jaar geleden begon die geschiedenis al met een stam van Hebreeuwse herders, die met hun kudden rondzwierven in het oostelijke gedeelte van het Middellandse-Zeegebied.

De leiders van deze stam werden ‘aartsvaders’ of ‘patriarchen’ genoemd. Abraham was een van de eerste aartsvaders; hij werd opgevolgd door Isaac en later door Jacob.In de ‘regeringsperiode’ van Jacob dreef een ernstige hongersnood het Hebreeuwse volk naar Egypte. Aanvankelijk werden de Joden in dat land goed behandeld. Maar onder latere Egyptische heersers raakten ze in slavernij en werden zeer slecht behandeld. Een van de bevelen van de Egyptische farao hield in, dat de .1 oden hun pasgeboren kinderen van het mannelijk geslacht moesten doden. Door een list

werd een van die kinderen echter gered. Dit kind heette Mozes. Toen Mozes volwassen geworden was, beloofde hij zijn volk terug te brengen naar het eigen land. Tijdens de lange reis van Egypte naar Palestina ontving Mozes van God de Tien Geboden.

Toen de Joden hun land van oorsprong weer bereikten, was het volk verdeeld in 12 stammen. Elke stam bestond uit de afstammelingen van een van de twaalf zonen van Jacob. Het land werd onder die stammen verdeeld. De Joodse stammen werden bestuurd door rechters. Toen de onenigheden en de ruzies met de omringende volkeren echter toenamen, ontdekten de Joden, dat alleen eenheid hen redden kon. Die eenheid brachten ze tot uitdrukking door over de stammen een koning te kiezen. Het nieuwe Joodse koninkrijk bereikte zijn hoogtepunt onder de befaamde koning Salomon.

Na Salomons dood viel het Joodse rijk uiteen in twee koninkrijken. Tien stammen vormden het koninkrijk Israël; de twee andere het koninkrijk Juda.

Ten oosten van het rijk van de Joden lag ‘het twee-stromenland’. In deze streek volgde het ene machtige rijk het andere op. Een van die grote rijken was het Assyrische. De Assyriërs onderwierpen de tien stammen van Israël en voerden de leden ervan in gevangenschap weg. Over deze tijd bestaan veel legendes; de gevangengenomen volkeren worden dikwijls de ‘tien verloren stammen’ genoemd. Het rijk van de Assyriërs ging ten onder en kwam in handen van de Babyloniërs die het gebied van het koninkrijk Juda veroverden.

Ook nu weer werden de overwonnenen gevangen genomen. De twee stammen van dit koninkrijk gingen echter niet verloren; ze verdwenen niet spoorloos zoals de stammen van Israël. Het Babylonische Bijk werd namelijk onder de voet gelopen door de Perzen en de Perzische koning Cyrus stond de Joden toe naar hun land terug te keren.

Er volgde een tijd, waarin de Joden nu eens door het ene, dan weer door het andere volk overheerst werden. Een korte tijd slaagden ze er daarna in hun onafhankelijkheid te bewaren, maar al gauw werd hun rijk opgeslokt door het grote Romeinse Rijk. In die dagen werd Christus geboren; de stichter van de grote wereldgodsdienst, die later bekend zou worden als het Christendom. De Christenen geloven, dat Jezus Christus de grote leider was, die God aan het Joodse volk beloofd had. De Joden weigeren dit echter te accepteren en wachten nog steeds op hun Messias.

De Romeinse onderdrukking werd tenslotte zo zwaar, dat de Joden in opstand kwamen en probeerden hun vrijheid te herwinnen. Hun opstand mislukte echter; de Joodse hoofdstad Jerusalem werd met de grond gelijk gemaakt en veel Joden werden uit hun land verdreven. Van dat moment af hebben de Joden geen tehuis meer gehad tot op het moment, dat na de Tweede Wereldoorlog de staat Israël in leven werd geroepen. Ze verspreidden zich over alle landen van de wereld - en werden veelal met argwaan ontvangen en dikwijls zelfs fel vervolgd. Die vervolging bereikte een afschuwelijk hoogtepunt gedurende de Tweede Wereldoorlog toen de Duitse nationaalsocialisten miljoenen Joden uit eigen land en uit de bezette gebieden de dood in dreven.

Voor het eerst sinds eeuwen is er nu weer een Joodse staat: Israël. Joden uit alle delen van de wereld zijn samengestroomd om dit nieuwe land te bevolken en in een gering aantal jaren hebben ze er een van de sterkste en modernste landen van het Nabije Oosten van gemaakt. Joden in andere delen van de wereld, die liever niet in Israël wilden wonen, steunen ‘hun’ natie met grote giften. Want Joden behoren in de landen waar ze wonen heel vaak tot de rijkste kringen, omdat ze een aangeboren talent hebben voor winstgevende beroepen als de handel en het bankwezen.

De Joden beschouwen het Oude Testament als hun ‘heilig boek’. Hun godsdienstige wetten staan opgetekend in een werk, dat bekend staat als de ‘Talmoed’. Het Joodse volk heeft een eigen kalender; zijn nieuwjaarsdag, die ‘Rosh Hashana’ wordt genoemd, valt in september of oktober. De zaterdag is de Joodse ‘zondag’, waarop niet gewerkt wordt en waarop de Joden hun godsdienstige plichten vervullen. Ondanks alle tegenslagen hebben de Joden vaak een grote rol gespeeld in de geschiedenis van de landen waarin ze zich tenslotte vestigden.

< >