naam van een aantal vorsten.
Hendrik I, (de Strijdvaardige), hertog van Brabant (1190-1235), *1165, ✝ 5.9.1235 Keulen; zoon van Godfried m en Margaretha van Limburg. Huwde 1179(?) Machteld (✝ 1210-11) dochter van Mattheus van Boulogne en 22.4.1213 Maria, dochter van koning Filips n August van Frankrijk. Trachtte zijn macht uit te breiden door afwisselend de Anglo-Welfen en Franco-Staufen te steunen. Zijn toenadering tot de Hohenstaufen werd door Filips van Zwaben beloond met de abdij Nijvel en de steden Maastricht en Nijmegen (1204). Door het bezit van → Maastricht (dat tweeherig was) leefde hij in voortdurende onmin met de bisschop van Luik. die de belangrijke handelsweg Keulen-Brugge beheerste. In de Slag van → Bouvines (1214) stond Hendrik aan de kant van de Engels-Welfse coalitie, maar na de overwinning van Filips II August verzoende hij zich onmiddellijk met de Franse koning en kon hij door de eed van trouw af te leggen aan Frederik II van Duitsland zijn rechten op Maastricht behouden, ondanks zijn nederlaag tegen Luik bij Steppes (1213). Bij zijn expansie naar het Noorden kwam hij in oorlog met → Dirk VII van Holland en → Otto I van Gelre.
LITT. G.Smets, Henri I duc de Brabant (1908): W.Steurs, Les campagnes du Brabant septentrional au moyen âge (1974).
Hendrik II, (de Edelmoedige), hertog van Brabant (1235-48). *1207. ✝ 1.2.1248; zoon van → Hendrik I en Machteld van Boulogne. Huwde 1215 Maria (✝ 1235), dochter van Filips van Zwaben en 1239 (?) Sophia, dochter van Lodewijk van Thüringen; zette zijn vaders politiek voort, overwon als leider van een Nederlotharingse coalitie de Keulse bisschop Koenraad van Hochstaden, die zich tegen keizer Frederik II had gekeerd (1239-44). waardoor hij 1244 de burcht Dalhem verkreeg (die hij al 1239 had bezet), waarmee Brabant vaste voet kreeg op de rechteroever van de Maas. Hij weigerde 1247 de hem aangeboden titel van rooms-koning. Zijn neef Hendrik van Gelre werd bisschop van Luik.
LITT. A.Wauters, Henri II (in: Biogr. Nat. ix, 1886-87).
Hendrik III, (de Zachtmoedige), hertog van Brabant (1248 -61). *1231, 728.2.1261; zoon uit het eerste huwelijk van Hendrik II. Huwde 1251 (?) Aleidis, dochter van Hugo IV van Bourgondië; trachtte de territoriale politiek van Hendrik I en II voort te zetten en raakte ook in conflict met de bisschop van Luik; wist van hem de heerlijkheid Mechelen in pand te bekomen, waar hij de familie → Berthout steunde. Trad op als beschermheer van de Franse letteren en kunstenaars. Hij heeft een klein aantal Franse hoofse gedichten nagelaten.
LITT. A.Wauters, Henri lIl, duc de Brabant (in: Buil. Ac. Roy. Belg., dl. 38 39. 1874-75): A.Henry. L'oeuvre lyrique de Henri III, duc de Brabant (1948).
Hendrik IV, hertog van Brabant (1261 67). *1251 52, tna 28.4.1272 Dijon: zoon van Hendrik III. Wegens zwakzinnigheid (waardoor zijn moeder Aleidis de voogdij uitoefende) 1267 afstand; 1269 profes in de abdij St. Bénigne te Dijon. Aleidis verzekerde de opvolging van zijn jongere broer → Jan I.
Hendrik, graaf van Gelre (1141-82?), ✝ 4.12.1182(?). zoon van → Gérard Il. Noemde zich 1179 wettig erfgenaam (‘legitimus heres') van Zutphen door de erfenis van zijn moeder Irmgard: steunde bisschop Godfried van Rhenen 1159-60 tegen de Utrechtse burgerij: steunde de Hohenstaufen Koenraad II en Frederik Barbarossa; raakte in strijd met de Hollandse graaf Floris lIl en met de Utrechtse bisschop Boudewijn II over de Veluwe.
Hendrik (van Vlaanderen en Henegouwen). Latijns keizer (1206-16). *1174, ✝ 1216 Konstantinopel; broer van → Boudewijn IX van Vlaanderen en Henegouwen, Latijns keizer. Toen Boudewijn 1205 door de Bulgaren gevangen werd genomen, nam Hendrik aanvankelijk het regentschap waar en volgde hem 1206 definitief op; was een der bekwaamste Latijnse keizers: sloot vrede met de Bulgaren, verwierf 1211 het noordwesten van Klein-Azië en beschermde de Griekse geestelijkheid tegen de Roomse.
LITT. T.Luykx, De graven van Vlaanderen en de kruisvaarten (1947).
Hendrik I, graaf van Leuven (1015-1038), ✝ na 5.8.1038: zoon van Lambert I, kon zich als graaf handhaven, na de nederlaag van zijn vader bij Florennes in diens strijd tegen het keizerlijk gezag in Lotharingen (1015).
Hendrik II, graaf van Leuven (1063—1079): 7 1079; zoon van Lambert II, steunde gravin Richeldis van Henegouwen in haar strijd om Vlaanderen tegen → Robert de Fries: huwde Adela, dochter van Everard van Betuwe.
Hendrik III, graaf van Leuven (10797-95). 12/3.3.1095; zoon van Hendrik II. Huwde Geertrui, dochter van Robert de Fries: sneuvelde tijdens een steekspel. Was de vader van Godfried I, die de titel van hertog van NederLotharingen of van Brabant verwierf in 1106.
Hendrik I, graaf en sedert 1101 hertog van Limburg, graaf van Aarlen. *1082, ✝ 1119(?). Ontving van keizer Hendrik iv de titel van hertog van Neder-Lotharingen, bij de dood van Godfried van Bouillon (1101): steunde daarom de keizer tegen zijn opstandige zoon Hendrik (v). Bij diens troonsbestijging werd hem de titel van hertog ontnomen en geschonken aan Godfried I van Leuven (1106). Hendrik moest zich na vruchteloze strijd onderwerpen, maar bleef de titel van hertog van Limburg (niet meer van Neder-Lotharingen) voeren. Gehuwd met Adelheid, dochter van Botho van Bothenstein; werd opgevolgd door zijn oudste zoon. Walram II.
Hendrik II, hertog van Limburg (1139—67) en graaf van Aarlen (1147-67); ✝ aug. 1167 Rome; zoon van Walram II. Verzoende zich. na lange strijd om de hertogstitel over Neder-Lotharingen, met het Brabantse Huis in 1155: zijn dochter Margaretha huwde hertog → Godfried III van Brabant. Hendrik II stierf aan de pest voor Rome. waar hij zijn leenheer Frederik Barbarossa vergezelde, in diens strijd tegen de paus. Huwde 1136 Mathilde (✝ 1145). dochter van graaf Adolf van Saffenberg, en ca. 1150 Laureta, dochter van Diederik van de Elzas, van wie hij nog vóór 1152 scheidde.
Hendrik III, hertog van Limburg (1167—1221) en graaf van Aarlen (1167-1214). *1167, ✝ vóór 28.6.1221; zoon van Hendrik ii; had een zeer lange regering, gedurende welke hij eerst opnieuw strijd voerde tegen Brabant, tot 1191 een nieuwe verzoening plaatshad. Deed 1192 zijn broer Simon van Limburg tot bisschop van Luik verkiezen: koos de Welfse partij in de strijd in Duitsland en streed aan hun zijde te Bouvines (1214) tegen de FrancoStaufen. Huwde Sophie, dochter van Simon van Saarbrücken.
Hendrik IV, hertog van Limburg en graaf van Aarlen (1226-47), graaf van Berg (1225-47). ✝ 20.7.1246 / 13.5.1247 (25.2.1247?); zoon uit het eerste huwelijk van Walram III. Huwde 1281 Irmgard, dochter van Adolf III, graaf van Berg; werd bij diens dood (7.11.1225) graaf van Berg; vegezelde keizer Frederik II op zijn kruistochten en steunde de Brabantse partij in de strijd van het hertogdom tegen Keulen (1238—41).
Hendrik (van Vlaanderen), graaf van Lodi, ✝ 1347; jongste zoon uit het 2e huwelijk van Gwijde van Dampierre; leidde de Vlaamse legers in de strijd tegen Jan m van Brabant (1334), steunde de politiek van Jacob van Artevelde en voerde de Gentse milities aan in de Slag bij Crécy (waar de Vlaamse graaf Lodewijk van Nevers aan Franse zijde sneuvelde).
Hendrik (Henricus) (van Verdun), prins-bisschop van Luik (1075—91). ✝ 31.5.1091. Aangesteld door keizer Hendrik iv, wiens partij hij doorgaans steunde tijdens de Investituurstrijd; kondigde 1082 voor zijn diocees de → godsvrede af, zodat aan de plundertochten van de feodale heren een eind kwam. (Bijnaam: de Vredelievende). De graven van Luxemburg, Loon, Leuven en Namen moesten beloven deze godsvrede te onderhouden en mogelijk moesten zij zich onderwerpen aan een vredestribunaal.
Hendrik (Henricus) III (van Gelre) (Hendrik van Montfort), prins-bisschop-elect van Luik (1247-74), *1227, tna 1281: zoon van Gerard iv van Gelre. Door paus Innocentius tv om politieke redenen (strijd tegen keizer Frederik II) als prins van Luik aangesteld, maar nooit tot bisschop gewijd; raakte 1250 met de burgers van Luik in conflict over de belastingheffing. Nadat een pauselijk legaat de vrede 1254 had hersteld, kwam het weldra tot een nieuwe opstand onder → Hendrik van Dinant, die echter werd onderdrukt (1255). Hendrik breidde zijn invloed uit tot in Rijks Vlaanderen en in het graafschap Namen; voerde met zijn broer Otto II van Gelre een coalitie aan tegen de Keulse aartsbisschop Engelbrecht II, die 18.10.1267 te Marienholz bij Zülpich een verpletterende nederlaag leed. Hendrik raakte telkens in conflicten verwikkeld, ook door zijn losbandig leven, zodat hij 1274 tenslotte door het Concilie van Lyon werd afgezet; vestigde zich in zijn kasteel te Montfort, van waaruit hij nog enige rooftochten naar zijn vroegere bisdom organiseerde.
Litt. A.Delescluse en D.Brouwers, Catalogue des actes de Henri de Gueldre (1900).
Hendrik I (III), graaf van Luxemburg, komt 1089 als 1e graaf van Luxemburg voor met die naam. Aan hem waren voorafgegaan Hendrik I (9987-1026) en Hendrik II (1026-47), resp. Hendrik v en Hendrik VII van Beieren. Pas Koenraad I, vermeld 1059. was de 1e graaf, die zeker de titel droeg van graaf van Luxemburg. Vandaar dat Hendrik I ook als Hendrik III voorkomt.
Hendrik II (IV)d (de Blinde), graaf van Luxemburg (1138—96), *na 1112. ✝ 14.8.1196: zoon van Godfried van Namen en Ermesinded dochter van Koenraad I, van Luxemburg. Tevens graaf van Namen (Hendrik I, 1139-96): verkreeg Longwy (11397). Durbuy (vermeld 1151) en Laroche (1152); een der machtigste vorsten van zijn tijd door zijn grote bezittingen; voerde strijd met zijn buurlanden Loon, Luik en Vlaanderen. Huwde 1152/ 59 Laureta, dochter van Diederik van de Elzas, die gescheiden was van → Hendrik II van Limburg. Ca.1162 trok zij zich terug in de abdij van Vorst, waardoor het huwelijk ontbonden werd. Daar het huwelijk kinderloos was, wees hij bij de overeenkomst van Heppignies (1163) zijn allodia toe aan → Boudewijn iv van Henegouwen; verkreeg van keizer Frederik Barbarossa de toezegging dat de rijkslenen Namen, Luxemburg, Laroche en Durbuy na zijn dood eveneens aan Boudewijn beleend zouden worden.
Uit zijn 2e huwelijk met Agnes van Gelre werd echter 1186 een dochter Ermesinde geboren, waardoor strijd ontstond met de graven van Henegouwen, die Namen. Laroche en Durbuy verkregen (→ Boudewijn v van Henegouwen), Luxemburg bleef aan Ermesinde (→ Ermesinde II).
LITT. F.Rousseau. Henri l'Aveugle, comte de Namur et de Luxemburg (1921).
Hendrik III (V) (de Blonde), graaf van Luxemburg (1247-81) en Namen (1256-64), *1217, ✝ 24.12.1281; zoon van Walram ut van Limburg en van → Ermesinde n van Luxemburg, die hij 1247 in Luxemburg en Laroche opvolgde, waardoor Luxemburg. Laroche en Aarlen verenigd werden; stond het graafschap Durbuy af aan zijn broer Gerard; huwde 1240 Margaretha van Bar. Streed om het bezit van Namen dat echter zou overgaan op de kinderen uit het 2e huwelijk van Gwijde van Dampierre (→ Jan I van Namen). Hendrik vergezelde koning Lodewijk ix van Frankrijk in diens kruisvaart in 1270.
Hendrik IV (VI), graaf van Luxemburg en Laroche. markgraaf van Aarlen. (1281-88). *ca. 1241, ✝ (gesn.) 5.6.1288 Woeringen: zoon van Hendrik m de Blonde. Huwde 1260/61 Beatrijs van Beaumont; steunde Reinout van Gelre tegen Jan I van Brabant in de Limburgse Successieoorlog en sneuvelde in de slag bij Woeringen.
Hendrik V (Vil), graaf van Luxemburg (1288-1310). *ca. 1262, ✝ 24.S.1313; zoon van Hendrik IV. Huwde 9.6.1292 Margaretha. dochter van Jan i, hertog van Brabant: werd Rooms-Duits koning (1308) en 1312 Duits keizer (Hendrik vu). → VERBOND VAN NIJVEL.
Hendrik (Henri), erfprins van Luxemburg, *16.4.1955 Luxemburg: tweede kind en oudste zoon van groothertog → Jan van Luxemburg en prinses → Joséphine Charlotte.
Hendrik I (de Blinde), graaf van Namen (1139-96), → Hendrik II de Blinde van Luxemburg.
Hendrik II, graaf van Namen (1226-29), ✝ vóór 3.6.1229: broer van Filips II van Namen. In 1227 eiste → Ferrand van Portugal, terug uit Franse gevangenschap. Namen op uit naam van zijn gemalin. Johanna van Konstantinopel. Op de Rijksdag te Aken (18.3.1227) verleenden de Rijksvorsten echter Namen aan Hendrik II.
Hendrik, graaf van Nassau, *15.10.1550 Dillenburg, ✝ (gesn.) 14.4.1574 op de Mookerheide: broer van prins Willem van Oranje. Studeerde te Leuven en Straatsburg; streed 1569 met zijn broers Willem en Lodewijk aan de zijde van de hugenoten onder Condé in Frankrijk; trok 1572 met Willem naar de Zuidelijke Nederlanden; deed 1574 met zijn broer Lodcwijk een inval in de Nederlanden om Leiden te ontzetten. In de Slag op de Mookerheide verloren beiden het leven.
Hendrik III van Nassau-Dillenburg en Dietz, *12.1.1483 Siegen, ✝ 14.9.1538 Breda; zoon van graaf Jan v van Nassau-Dillenburg en Elisabeth. landgravin van Hessen. Kwam 1499 naar de Nederlanden, huwde 3.8.1503 Francisca Louise van Savoye (✝ 17.9.1511); erfde 1504 de bezittingen van zijn kinderloze oom → Engelbrecht II; werd 1511 door landvoogdes Margaretha van Savoye tot bevelhebber aangesteld van het leger dat tegen Gelre streed; nam ook deel aan de strijd in Frankrijk, had 1513 een groot aandeel in de overwinning bij Guinegate; huwde mei 1515 Claude van Chalons-Orange (✝ 31.5.1521); werd 1515 stadhouder van Holland en Zeeland en Franche Comté; verwierf 1518 de Zwaluwe; dwong 1516—18 de Geldersen tot de ontruiming van Friesland en Utrecht: streed 1519-21 als opperbevelhebber van de keizerlijke troepen tegen de Fransen; verbleef 1522-29 met keizer Karel v in Spanje, daarna te Brussel en Breda, waar hij kunst en wetenschap begunstigde (o.a. de schilders Jan van Scorel en Bernaert van Orley); huwde voor de 3e maal 27.6.1524 Mencia de Mendoza, markiezin van Zenette.
Litt. P.Gerlach, Hendrik m van Nassau (Brabantia, 1971).
Hendrik Willem Frederik. prins der Nederlanden, ‘13.6.1820 Soestdijk. ✝ 1l3.1.1879 Walferdange (Luxemburg); derde zoon van koning Willem ii. Werd 1850 stadhouder van Luxemburg; was groot voorstander van de stoomvaart en trachtte de modernisering van de handelsvloot te bevorderen (vandaar zijn bijnaam de Zeevaarder). Huwde 19.5.1853 Amalia Maria da Gloria Augusta, prinses van Saksen-Weimar-Eisenach (✝ L5.1872); hertrouwde 24.8.1878 met Maria Elisabeth Louise Frederika. prinses van Pruisen. Zijn naam is verbonden aan de Prins Hendrik-stichting voor zeelieden te Egmond en aan het Maritieme Museum ‘Prins Hendrik ‘ te Rotterdam.
Litt. J.H.Visser. Prins Hendrik de Zeevaarder (in: SH. 1969); Ph.M.Bosscher e.a.. Prins Hendrik de Zeevaarder (1975).
Hendrik Wladimir Albrecht Ernst, prins der Nederlanden. hertog van Mecklenburg-Schwerin, *19.4.1876 Schwerin. ✝ 3.7.1934 's-Gravenhage; jongste zoon van Friedrich Franz II, groothertog van Mecklenburg-Schwerin. en diens derde echtgenote, Marie van Schwarzburg-Rudolstadt. Werd 23.1.1901 tot Nederlander genaturaliseerd en huwde 7.2.1901 met koningin Wilhelmina der Nederlanden, uit welk huwelijk één dochter, (koningin) Juliana, werd geboren. Kon zich. zover bekend, niet met staatszaken inlaten.
Hendrik (de Dikke), markgraaf uit Saksen, uit het machtige geslacht Billung, ✝ 1101. Gehuwd met de zuster en erfgename van → Egbert II, trachtte hij 1101 op last van keizer Hendrik IV zijn gezag in Friesland te vestigen, maar het verzet van de inwoners en van ridders gezonden door de Utrechtse bisschop Burchard, deed hem naar zee vluchten, waar hij door schippers gewond en in het water werd geworpen, waar hij verdronk.
Hendrik (Henric) (van Vianden), bisschop van Utrecht (1249-67), ✝ 4.6.1267. Werd 1249 door paus Innocentius iv tot bisschop benoemd, maar kon zijn ambt pas 1250 aanvaarden wegens verzet van de Utrechtse geestelijkheid, ridderschap en standen, die al een andere kandidaat hadden benoemd, nl. → Gozewijn van Randenrath: voerde een krachtig bewind en kreeg met tal van heren in zijn gebied moeilijkheden, o.a. met Gijsbrecht van Aemstel en Herman van Woerden; bouwde tegen hen het kasteel Vreeland: voerde 1255-57 oorlog met Holland, in welke strijd vele Stichtse edelen aan de kant van Holland stonden. Ook met Gelre voerde hij oorlogen. Verkeerde steeds in geldzorgen door zijn oorlogen en door een lening, gesloten bij een Romeinse bankier om zijn servitiën te kunnen betalen.
Litt. J.Melles. Bisschoppen en bankiers (1962); J.MeIles, Hendrik van Vianden (in: SIL 1968).
Hendrik (Henricus) II (van Beieren), bisschop van Utrecht (1524-29). *14.2.1487, ✝ 3.1.1552: zoon van Filips van de Palts. Raakte, doordat hij en niet een van de andere kandidaten tot bisschop werd gekozen, in conflict met zowel landvoogdes Margaretha van Oostenrijk als hertog Karel van Gelre. Hoewel hij 1524 vrede met de laatste wist te sluiten, ontstond er 1526 tussen beiden weer een geschil, waardoor Hendrik mede door moeilijkheden in Utrecht, aansluiting bij keizer Karel v moest zoeken. Utrecht werd daarop door de Geldersen bezet; Maarten van Rossum werd er gouverneur. Hendrik had tenslotte alleen nog maar gezag in Wijk bij Duurstede, Amersfoort en het land van Buren. Sloot 1527 met Margaretha het Tractaat van Schoonhoven, waarbij Karel v financiële steun verleende en daarvoor alle temporele goederen van het bisdom in onderpand kreeg, 1528 gevolgd door overdracht van Overijssel en het Nederslicht aan de keizer (→ Verdrag van Dordrecht). Hendrik trad 1529 af en werd daarna bisschop van Worms en Freising.