naam voor dat deel van → Lotharingen, dat 958/59 ontstond door de splitsing in Opper- en Neder-Lotharingen. In het begin van de 12e eeuw werd, bij het uitsterven van het Huis der → Ardennen, de hertogelijke titel een twistappel tussen de gravenhuizen van Limburg en van Leuven.
Sedert 1155 bleven de graven, nu hertogen, van Limburg in het bezit van de goederen van het geslacht der Ardennen aan en over de Maas, de graven van Leuven bleven in het bezit van een ander deel en noemden zich voortaan hertogen van Brabant en Lothrijk (Lotharingen). Nadat de naam Neder-Lotharingen in onbruik was geraakt, sprak men van terra inferior, terrae inferiores. → Nederlanden.Litt. J.F.Niermeyer. Neder-Lotharingen en Friesland in de nadagen van het rijksgezag 1125—96 (hfdst. iv in AIgem. Gesch. der Nederlanden, red. J.A.van Houtte e.a., dl. II, 1950. met Litt.); G.Kotthoff, Studien zur Geschichte der Reichsguts in Niederlothringen und Friesland während der sächsisch-saliscecn Kaiserzeit (1953).