graven en hertogen van Limburg.
Walram l (Udo), graaf van Limburg, graaf van Aarlen, ✝ 1082. Huwde vóór 1061 (1064) Judith, dochter van Frederik van Luxemburg: verkreeg hierdoor het graafschap Lemgau. waar hij het stamslot Limburg stichtte.
Walram II, hertog van Limburg, graaf van Aarlen, vermeld 1119, ✝ 16.7(?).1139; zoon van → Hendrik I van Limburg; 1118 graaf van Wassenberg door huwelijk met Jutta (Judith), dochter van Gérard II van Gelre; 1128 hertog van Neder-Lotharingen door keizer Lotharius van Supplinburg. Verdedigde de keizerlijke politiek in de Maasgebieden.
Walram III, hertog van Limburg, graaf van Aarlen, vermeld juli 1221, ✝ 10.6./2.7.1226; zoon van → Hendrik III van Limburg. Huwde Cunegundis (✝ 1214?), dochter van Gossuinus, heer van Valkenburg; huwde mei 1214 → Ermesinde II, gravin van Namen en Luxemburg. Nam deel aan de derde kruistocht (1189-92).
Walram IV, hertog van Limburg, ✝ 14.10.1279/11.5.1280. Volgde 1247 zijn vader→ Hendrik iv op. Huwde 1249 Jutta (Judith: ✝ 1275/76), dochter van Dirk, graaf van Kleef, en 10.1.1278 Cunegundis, dochter van Otto III, markgraaf van Brandenburg. Nam wisselende standpunten in tijdens het Duitse Interregnum (1256—73).
