Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Buren

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Gelderland (Neder Betuwe).

Als villa kwam Buren reeds voor in de 8e eeuw, als heerlijkheid in het begin van de 12e eeuw. Gaandeweg breidde de heerlijkheid zich uit met Beusichem, Erichem. Asch, Zoelmond, Tricht en Buurmalsen. De heren van Buren moesten eind 13e eeuw het oppergezag van de hertogen van Gelre erkennen, maar kwamen in de 15e eeuw in conflict met hertog Arnold van Gelre. Nadat Arnold door de Bourgondische hertog Karel de Stoute in zijn gezag was hersteld, schonk hij 1472 de heerlijkheid aan zijn neef Frederik van Egmond, heer van IJsselstein en Leerdam. In 1492 werd Buren tot graafschap verheven.

Door zijn huwelijk 8.7.1551 met Anna van Buren, dochter van graaf Maximiliaan van Buren en Leerdam, kwam prins Willem I van Oranje in het bezit van de heerlijkheid. Zijn oudste zoon Filips Willem droeg de titel graaf van Buren. Na diens dood (1618) kwam Buren aan stadhouder-prins Maurits en bleef sindsdien in het bezit van de Oranjes, tot het 1801 bij Gelderland werd ingelijfd. Onder de titel gravin van Buren placht in de 20e eeuw koningin Wilhelmina incognito te reizen.Litt. A.Johanna Maris, De vereniging van Beusichem met Buren (in: Bijdr. en Meded. Gelre. 1950); P.J.Schipperus. Buren en Oranje (1962): B.M.Hoekstra, 350 Jaar weeshuis te Buren (1962).