Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Vlaanderen

betekenis & definitie

lat. Flandria, voormalig graafschap, grensde ten N. aan de Noordzee en den mond der Schelde (door welke rivier het van het graafschap Zeeland gescheiden was), ten O. aan het markgraafschap Antwerpen, 't hertogdom Braband en 't graafschap Henegouwen, ten Z. aan de graafschappen Henegouwen en Artois en een gedeelte van Picardië, ten W. aan de Noordzee.

Aanvankelijk bewoond door de Menapiêrs en de Morijnen, heette V. eerst Menapië, en droeg later lang den naam van Land der Morijnen. Het besloeg toen slechts het bisdom Terouanne, en begon zich eerst in de 9e eeuw uit te breiden. Vóór de vestiging van de Republiek der VereenigdeNederlanden werd V. ingedeeld in1) Duitsch-V., waarin de steden Gent, Brugge, IJperen, Sluis, Ostende, Nieuwpoort, Duinkerken, Veurne, St.-Wijnoxbergen, Kortrijk, Oudenaerde, Hassel, Grevelingen, enz.;
2) Waalsch-V., waarin de steden Kijssel, Doornik, Douai, Orchies, enz.; 3) Keizerlijk F., bevattende het land van Aelst, de Vier-Ambachten, Dendermonde, enz. Na het tot stand komen van de Republiek der Vereenigde Nederlanden werd die indeeling aldus: 1) Ooslenrijksch F.; 2) Fransch-V. of Waalsch-V.;
3) Hollandsch-V. of Staats-V., dat later gemeenlijk Zeeuwsch-V. genoemd placht te worden; voor het laalstgen. zie STAATS-VLAANDEREN.