Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Thomas becket

betekenis & definitie

gewoonlijk genaamd de heilige Thomas van Canterbury, geb. 1119 te Londen, studeerde theologie te Oxford en Parijs, en regten te Bologna, werd door Hendrik 11 van Engeland aangesteld als opper-kanselier en als onderwijzer van zijnen zoon, en vervolgens (1162) verheven tot aartsbisschop van Canterbury, aan welke waardigheid de titel was verbonden van primaat van Engeland. Van dat oogenblik af, evenwel, was het ijverig streven van B. de prerogativen der Kerk te handhaven tegen elke inbreuk, die Hendrik II daarop zocht te maken; vandaar hevige geschillen met den koning, waarvan het gevolg werd.dat B. (1164) als een meineedigetot gevangenisstraf werd veroordeeld, en de uitvoering van dat vonnis slechts ontgingdoor naar Frankrijk te vlugten, waar hij zich onder de bescherming stelde van koning Lodewijk VIL In 1170 werd hem vergund naar Engeland terug te keeren; doch nog steeds onwrikbaar bij zijn gevoelen volhardende, dat geenerlei voorschrift, de Kerk betreffende, verbindend was of eerst moest het door den paus zijn bekrachtigd, had hij al spoedig op nieuw onaangenaamheden met Hendrik 11; en eenige weinige maanden na zijnen terugkeer in Engeland werd B. te Canterbury in de kerk, aan den voet van het outaar, vermoord door vier edellieden, die zich daardoor aangenaam dachten te maken bij den koning, doch wier daad opentlijk werd afgekenrd.

In 1172 werd B. door paus Alexander III als martelaar gecanoniseerd, en ter zijner gedachtenis werd sedert de 29ste December als heiligen-dag gevierd, tot 1532, toen Hendrik VIII zich van den Roomschen Stoel onafhankelijk verklaarde; deze koning liet B. uit den heiligen-kalender schrappen, zijn gebeente verbranden en de asch in den wind strooijen, en de viering van den gedenkdag van den heiligen Thomas van Canterbury was voortaan verboden.

< >