Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Engeland

betekenis & definitie

met inbegrip van het prinsdom Wallis de zuidelijke en grootste helft van Groot-Britannië of van het eiland Britannia der Romeinen, in nieuw Latijn Anglia genaamd, in het Fransch Angleterre, in het Engelsch England, grenst ten noorden aan Schotland, ten zuiden aan het Kanaal, ten westen aan de Iersche Zee, ten oosten aan de Noordzee, en beslaat, met inbegrip van het eiland Man, de Scilly-eilanden en de aan de fransche kust liggende Normandische eilanden, eene grondsoppervlakte van ruim 2765 geographische vierkante mijlen, in 1831 slechts bevolkt met even 13 millioen zielen, welk cijfer in 1861 was gestegen tot circa 208, millioen bewoners, die (behalve omstr. 400,000 celtische Kyrnren in Wallis) tot den angelsaksischen tak van den germaanschen volksstam behooren. De heerschende godsdienst is de leer der Anglicaansche of Episcopale Kerk.

De hoofdstad van E. is Londen. Onder den naam van E. verstaat men niet zelden geheel Groot-Britanniê (d. i. Engeland en Schotland, en zelfs Ierland); doch het eigenlijke E„ waarmede wij in dit artikel te doen hebben, is administratief ingedeeld in 52 graafschappen (counties), waarvan er 12 het prinsdom Wallis uitmaken. Zoodra die graafschappen denzelfden naam dragen als hunne hoofdplaalsen, worden zij daarvan onderscheiden door het achtervoegsel shire, zoodat bijv. 't graafsch. York meest altijd Yorkshire genoemd wordt, om aan te duiden, dat men niet van de stad York, maar van het graafschap spreekt. Ook de meeste namen der overige graafschappen dragen het achtervoegsel shire (zijnde enkel uitgezonderd Anglesey, Cornwallis, Cumberland, Durham, Essex, Kent, Middlesex, Norfolk. Northumberland, Suffolk, Surrey, Sussex en Westmoreland; Chester verandert in Cheshire, Hants in Hampshire). De namen dier 52 graafschappen zijn ;Grootte in vierk. mijl.

Graafschap. Hoofdplaats.

Engelsche. Geogr.

in het Noorden.

1. Northumberland. Newcastle. 1952 92,1
2. Cumberland. Carlisle. 1565 73,6
3. Durham. Durham. 973 45,9
4. Westmoreland. Applebv. 758 35,7
5. York, York.

ingedeeld in :

West-Riding 125,9

Noord-Riding 1205 56,8

Oost-Riding 2109 99,5

6. Lancaster. Lancaster. 1905 89,8

In hei Oosten.

7. Lincoln. Lincoln. 2776 130,9
8. Norfolk. Norwich. 2116 99,8
9. Suffolk. Ipswich. 1481 69,8
10. Huntingdon. Huntingdon. 361 17,0
11. Cambridge. Cambridge. 818 38,6
12. Hertford. Hertford. 611 28,8
13. Essex. Colchester. 1657 78,1
14. Middlesex. Londen. 281 13,2

In hei Zuiden.

15. Kent. Canterbury. 1627 76,7
16. Sussex. Chichester. 1401 68,9
17. Surrev. Guilford. 748 35,3
18. Berks. Reading. 705 33,2
19. Hants. Winchester. 1672 78,8
20. Wilts. Salisbury. 1352 63,8
21. Dorset. Dorchester. 987 46,5
22. Somerset. Bath & Wells. 1636 77,2
23. Devon. Exeter. 2589 122,1
24. Cornwallis. Launceston. 1365 64,4

In het Westen.

25. Gloucester. Gloucester. 1258 59,3
26. Monmouth. Monmouth. 576 27,1
27. Hereford. Hereford. 836 39,4
28. Worcester. Worcester. 738 34,8
29. Shrop (of Salop).Shrewsbury. 1291 60,9
30. Chester. Chester. 1105 52,1
31. Anglesey. Beaumaris. 302 14,2
32. Flint. ' Flint. 289 13,5
33. Denbigh. Denbigh. 603 28,4
34. Caernarvon. Caernarvon. 947 44,7
35. Merioneth. Bala&Dolgelly. 602 28,4
36. Montgomery. Montgomery. 755 35,6
37. Cardigan. Cardigan. 579 27,3
38. Radnor. Radnor. 425 20,0
39. Brecknock. Brecknock. 719 33,9
40. Pembroke. Pembroke. 628 29,9
41. Caermarlhen. Caermarthen. 693 32,7
42. Glamorgan. Cardiff. 856 40,4

In hel Midden.

43. Derby. Derby. 1029 48,5
44. Nottingham. Nottingham. 822 38,8
45. Stafford. Stafford. 1138 53,7
46. Leicester. Leicester. 803 37,9
47. Rutland. Oakham. 150 7,07
48. Warwick. Warwick. 881 41,5
49. Northampton. Northampton. 985 46,4
50. Bedford. Bedford. 462 21,8
51. Oxford. Oxford. 739 34,8
52. Buckingham. Buckingham. 730 34,4
58,320 2749,9

Daarbij komen de eilanden:

Man . . 10,0

Jersey . . 3,0

Guernsey en naburige eilanden . . . 2,4

Totaal geogr. vierk. mijlen. . . . . . 2765,3

De in nevenstaande tabel vermelde graafschappen n° 31 tot 42 vormen het prinsdom Wallis, groot 7398 engelsche of 349 geographische mijlen.

De kusten van E. zijn bijna overal steil, doch van vele bochten en inhammen voorzien, zoodat er niet een land in Europa is, dat zoo vele en zulke goede natuurlijke havens bezit als E. Wat de gesteldheid van den grond betreft heeft E. bijna evenveel bergland als vlakland; eigenlijke vlakten van groote uitgestrektheid worden slechts in de oostelijke kuststreken en langs den benedenloop der rivieren aangetroffen. De voornaamste bergen zijn: het zuidelijke kustgebergte (Cornwallis) ter hoogte van 1680 vt.; de grooter omvang hebbende bergen-massa van Wallis, waarvan de Snowdon 3575 vt. hoog is; het centrale gebergte van den Peak, in den Wharnside 4052 vt. boog; in het noorden des lands zijn te noemen de Cheviot-Bergen met de 2568 vt. hooge Lowter-Hills, en de Cumbrische bergengroep (waaronder de 2963 vt. hooge Scawfell-Pikes en de 2858 vt. hooge Helvellyn), die zich met hare schilderachtige meren en bergachtige landschappen over de graafschappen Cumberland en Westmoreland uitstrekt. Wat rivieren betreft is E. bij uitnemendheid ruim bedeeld; het telt er meer dan 50, die, in weerwil van hare weinige lengte, nagenoeg allen bevaarbaar, en door een aantal kanalen met elkander verbonden zijn. Die kanalen zijn iugedeeld in 4 hydraulieke stelsels, genaamd het stelsel van Liverpool, dat van Manchester, dat van Londen en dat van Birmingham. Behalve den 52 mijlen langen Teems, de voornaamste rivier van E., zijn nog te vermelden de in de Noordzee uitloopende oostelijke rivieren Ouse, Humber, Tees, Wear en Tyrie, wijders de Avon, Severn, üee en Mersey in het zuiden en westen. De meren zijn wel is waar (in Cumberland) talrijk en schoon, doch niet zeer groot; hel grootste is het Windermere. Over het geheel biedt het land aan het oog geen verheven en indrukwekkend schouwspel, doch heeft daarentegen al de aangename afwisseling, die de oogen streelt en aan het geheel schoonheid en bekoorlijkheid bijzet. Vooral kenmerkend is de weligheid en frischheid van den plantengroei en de prachtige aanblik van de laaglanden. Ofschoon de eertijds beroemde groote bosschen voor een goed deel verdwenen zijn, kan E. nog altijd een tamelijk boschrijk land genoemd worden. Onberekenbaar is de rijkdom van E. aan steenkolen- en ijzermijnen; koper wordt voornamelijk in Cornwallis en Devonshire gewonnen, uitmuntend tin reeds van oudsher in Cornwallis, lood hoofdzakelijk in de bergen van het noorden; van minder beteekenis is de opbrengst aan graphiet, zink en galmei; goud levert het mijnwezen van E. in het geheel niet, en het weinige zilver, dat er gewonnen wordt, komt slechts als bij-produkt van het lood voor; aanzienlijk en voor den uitvoerhandel van veel gewicht zijn de leigroeven van E. in de cumbrische en welsche bergen; grooten rijkdom aan zout bezit inzonderheid Cheshire (het graafschap Chester), waar Northwich het middelpunt is der zoutwinning. Ruim 300,000 menschen vinden in E. als mijnwerkers hun bestaan. Zie voor het overige het artikel GROOT-BRITANNIC.

Geschiedenis

Omtrent de geschiedenis van E. is met zekerheid niets bekend vöór den tijd van Cesar. Die veroveraar bewerkstelligde (in 55 en 54 v. Chr.) twee landingen in E., dat destijds Britannia genoemd werd. Claudius hervatte die veroveringsplannen in 43 v. Chr., door zijne opvolgers werden ze voortgezet, en van 78 tot 85 na Chr. drongen de door Agricola aangevoerde romeinsche legerbenden voorwaarts tot aan de Grampiaansche bergen. Maar nooit werd het eiland geheel tot onderwerping gebracht. In 411 gaf Honorius het wingewest Britannia geheel op; doch niet bij machte om het hoofd te bieden aan de Pieten, riepen de Britonen (448) de hulp der Saksen in, die hnn in 449 bijstand kwamen leenen, en vier koningrijken stichtten, nl.: Estseaxe, Snthseaxe, Westseaxe en Kent (455—527). De Angelen, die na hen kwamen (542—584) stichtten nog drie andere koningrijken, nl.: Estanglia, Mercia en Deiria met Bernicia. Al die koningrijken werden eindelijk (827) tot één koningrijk saamgebraebt onder den schepter van Egbert, den Saks. Van 835 af begonnen de Denen en de Noormannen met hunne vijandelijke invallen E. te verwoesten; eerst aan Alfred den Groote (874—900) mocht het gelukken, die vreemde indringers tot vrede te dwingen. In 984 andermaal éenen inval in E. gedaan hebbende, eindigden de Denen hiermede, dat ze hun koning Sven (of Sueno) op den engelschen troon plaatsten (1013), en de wettige dynastie keerde eerst in 1041 terug. In 1066 werd E. veroverd door Willem I, hertog van Normandijë, door wien eene nieuwe dynastie gesticht werd, die in 1154 werd vervangen door de Plantagenets, graven van Anjou, van de zijde der vrouwen afkomstig uit het normandische stamhuis; hun stamheer in Engeland werd Hendrik II. Deze dynastie regeerde tot het jaarl485. De grootste gebeurtenissen gedurende de regeering van deze dynastie waren de vereeniging van 5 groote fransche provinciën met Engeland, als onmiddellijk gevolg van de troonsbeklimming van Hendrik II; de hoogloopende geschillen van dien vorst met Thomas Becket (1162—1170); de verovering van Ierland (1171); de oorlogen van Richard Leeuwenhart tegen Frankrijk (1195—1199); het verliezen van Normandijé door Jan zonder Land (1204); de invoering van het Groot Charter, dien grondslag van Engeland 's staatsregeling (1215); de opstand van Leicester tegen Hendrik III (1263—1268); de kortstondige overweldiging van Schotland (1296—1356); de honderdjarige oorlog tegen Frankrijk (1339—1353); en eindelijk de binnenlandsche oorlog tusschen de huizen York en Lancaster, genaamd de oorlog der Twee Rozen, welke eindigde met den val der koninklijke dynastie (1461—1485). Toen beklom de dynastie Tudor den troon; deze familie was gesproten uit eene zijlinie van het regeerende stamhuis, en onder haar bewind, bereikte de koninklijke macht baar hoogste punt. De protestantsche kerkleer trad in de plaats derroomsch-katholieke: Hendrik VIII was degene, die deze kerkhervorming aanving, welke door Eduard VI en door Elizabeth werd voortgezet (1533—1603). Op Elizabeth volgde Jacobus I (van Schotland Jacobus VI), met wien in Engeland de dynastie der Stuarls eenen aanvang nam, en die het eerst de drie koningrijken Engeland, Schotland en Ierland ondereen schepterbracht. Diens zoon, Karel I, eindigde in 1649 zijn leven op het schavot, derepubliek werd uitgeroepen, en Cromwell bleef meester van het bewind tot aan zijnen dood (1658). De Stuarts werden in 1660 op den troon hersteld; doch het wanbestuur van Jacobus II gaf aanleiding tot de omwenteling van 1688, waardoor zijne dynastie andermaal van den troon werd geworpen, om aan de Engelschen tot koning te geven Willem lil, prins van Oranje; diens opvolgster werd Anna, de dochter van Jacobus II. Na haren dood werd hel huis van Hanover tot den troon geroepen, en deze dynastie heeft zich in het koningschap gehandhaafd tot den huidigen dag. Dit stamhuis heeft aan E. reeds 5 koningen geschonken en de thans regeerende koningin Victoria. Onderhunne regeering waren de voornaamste gebeurtenissen: de verovering van Canada (1760—1763); het verliezen van de anglo-amerikaansche koloniën (1774—-1783); de onderwerping van Indië (1757—1816); de worstelstrijd tegen de fransche omwenteling (1793—1815). Onder George IV werden de wetten tegen hetRoomschCatholicismus herroepen (1829), en de wetgeving op de verkiezingen hervormd (1832). Ziehierde lijst der gekroonde hoofden, die achtereenvolgend den troon van E. hebben bezeten:

1. Uit den saksischen stam.

Egbert 827

Ethelwolf 836

Ethelbald 858

Ethelbert 860

Ethelred I . . . . 866

Alfred de Groote . 871

Eduard I, bijgenaamd de Oude. 900

Athelstan 925

EdmondI 941

Edred 946

Edwy 955

Edgar de Vreedzame 957

De heilige Eduard de Martelaar . . 975

Ethelred II ... . 978

2. Saksen en Denen.

Sven, of Sueno, een Deen 1013

Ethelred II, op den troon hersteld 1014

Edmond II 1016

Canut, of Knul, de Groote 1017

Harold I, een Deen 1036

Hardi-Canut, of Hardeknut, een Deen 1039

Eduard, bijgenaamd de Biechter. . . 1041

Harold II 1066

3. Uit den normandischen stam

Willem de Veroveraar 1066

Willem II, bijgenaamd Rosbaard 1087

Hendrik I, genaamd Beauclerc. . . .1100

Etienne de Blois .1135

4. Dynastie van Anjou. (Plantagenets).

Hendrik II ... 1154

Rich. Leeuwenhart 1189

Jan zonder Land 1199

Hendrik III ... . 1216

Eduard I . . . . 1272

Eduard 11 ... . 1307

Eduard III ... 1327

Richard II . . . 1377

Hendrik IV . . . 1398

Hendrik V . . . 1413

Hendrik VI . . . 1422

Eduard IV . . . 1461

Eduard V ... . 1483

Richard III .. . 1483

5. Dynastie Tudor.

Hendrik VII . .

Hendrik VIII . .

Eduard VI . . . .

Jane Grey.... 1553

Maria 1553

Elizabeth .... . 1558

6 en 7. Dynastien der Stuarts en van Oranje

Jacobus 1 1603

Karel I 1625

Tusschenregeering.

Van het jaar 1649 lot het jaar 1652.

Protectoraat.

O. Cromwell, protector 1652
R. Cromwell, protector 1658

Herstel der Stuarts.

Karel II, zoon van Willem III (van

Karel I 1660 Oranje) en Maria 1689

Jacobus II 1685 Anna 1702

8. Dynastie van Hanover.

George I 1714

George II 1727

George III .... 1760

George IV 1820

Willem IV .... 1830

Victoria 1837