Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Rutger Jan Schimmelpenninck

betekenis & definitie

nederlandsch staatsman, geb. 31 Oct. 1761 te Deventer (behoort niet tot het adellijke geldersche geslacht Schimmel^enninek, dat reeds in de 14e eeuw bekend was, in ’t begin der 16e eeuw den toenaam van der Oije aannam, en tot op den huidigen dag voorlleeft). Hij zette zich na volbrachte studiën als advocaat te Amsterdam neder, koos in de woelingen van 1785—87 de partij der gematigde patriotten, werd na de omwenteling van 1795 tot gezant der Bataafsche Republiek te Parijs benoemd (12 Juni 1798), en speelde als plenipotentiaris op het congres van Amiens 1802 eene gewichtige rol in het tot stand brengen van den vrede.

Vervolgens ambassadeur te Londen, trachtte hij Nederland’s onzijdigheid te bewerken in den oorlog tusschen Engeland en Frankrijk, hetgeen hem echter door den onverzetteiijken wil van Napoleon mislukte. In 1803 door Napoleon weder naar Parijs geroepen, werd S. in 1805 met den titel van Raadpensionaris met het hoogste gezag over de Nederlanden bekleed. Zijn bestuur kenmerkte zich door wijsheid en beleid, doch het duurde slechts negen maanden; toen Napoleon’s broeder Lodewijk tot koning van Holland benoemd was, keerde S., die zich ten sterkste tegen die benoeming verklaard had, tot het ambtelooze leven terug. Na de inlijving van Holland bij het Fransche keizerrijk, werd S., wien inmiddels het ongeluk had getroffen dat hij blind was geworden, door Napoleon met de grootste eerbewijzen overladeu ter erkenning van zijne uitstekende verdiensten: hij werd o. a. verheven tot senaleur en graaf des rijks (zijne afstammelingen voeren den grafelijken titel erfelijk). Dat hij in al zijne hooge ambten niet slechts een groot, maar tevens een rechtvaardig en eerlijk man geweest was, blijkt voldoende uit deze bijzonderheid, dal hij, zoo geëerd en gevleid door Napoleon, bij de stichting van het koninkrijk der Nederlanden, door Willem I benoemd werd tot lid der Eerste Kamer van de Staten-Generaaf. Hij stierf te Amsterdam 15 Febr. 1825.

< >