Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Amsterdam

betekenis & definitie

1) Poeloe Ontong Djawa, d. i. javaansch Geluks-eiland, een der kleine eilanden in nederlandsch Oost-Indie, behoorende tot den sundaschen archipel; het ligt voor de reede van Batavia, ten oosten van het eiland Middelburg, en is slechts door eenige visschers bewoond.

2) eilandje in de zee van Banda; boschrijk, doch onbewoond.
3) een der Papoe-eilanden, bij de noordkust van Nieuw-Guinea; laag, digt begroeid, omsloten door een rif.
4) eiland ten westen van Celebes aan de invaart van de straat van Macassar.
5) een bijna ontoegankelijk eiland in de Indische Zee, heeft aan de westzijde rotswanden van 1000 a 201)0 vt. hoogte, is overdekt met ontzaggelijke bazaltische lavablokken, en levert een beeld der wildste woestenij, die men zich kan voorstellen. Het is blijkbaar een uitgebrande vulcanische kegelberg; het hoogste punt bedraagt 2700 parijsche voet; dit eiland ligt 4 mijlen van het eiland St. Paul, en beiden staan onder den engelschen gouverneur van Mauritius.
6) eene stad in den staat New-York (Noord-Amerika), graafschap Montgomery, aan den Utica-spoorweg, ruim 6 mijlen bewesten Albany, met 4,500 inw.; vervaardigt karpetten, zeissens en zagen.
7) naam van verscheidene forten, te weten :
a., een op het eiland Amboina, op de kust van Hila;
b., een op het eiland Celebes, op de kust van Menado;
c., een in de kolonie Suriname op den regteroever van de Suriname ;
d., een op het eiland Curaçao, aan de oostzijde der haven van Curaçao;
e., een op het eiland St. Eustatius bij de stad Oranje;
f. een op het eiland St. Martin, een half uur gaans bezuidwesten Philipsburg; en
g., een fort A. in Opper-Guinea op de Goudkust in het oostelijk gedeelte van het rijk Fantijn, bij het dorp Klein Cormantijn, welk fort den naam A. ontving toen de 1100 man, die admiraal de Ruyter den 8 Februarij 1665 op de guinesche Goudkust liet landen, den engelschen kommandant Selwyn tot de overgaaf hadden genoodzaakt. Ruim eene eeuw bleef het in de magt der Nederlanders, totdat het 1781, met al onze bezittingen ter kuste van Guinea alleenlijk het fort d'Elmina uitgezonderd —•overging aan de Engelschen, die het echter 1785 weder ontruimden,sedert welken tijd het onafgebroken in ons bezit gebleven is. In 1824 echter, werd het tijdelijk bezet door de Ashantijnen, die, zonder de nederlandsche vlag te eerbiedigen, doodeenvoudig den kommandant en de kleine nederl. bezetting uit dit fort A. verdreven, het in bezit namen en er hun hoofdkwartier vestigden, van waar zij hunne krijgsoperatien bestuurden tegen de engelsche forten te Cape-Coast en Anamaboe.