zoon van Jan zonder Land, koning van Engeland, kocht zeer duur de stemmen van vier keurvorsten, en werd als Roornsch koning (koning van Dmlschlarnl) uitgeroepen 1257, terwijl de drie andere keurvorsten Alfons den Wijze (van Caslihè) benoemden. In Palestina had R. zich voordeelig onderscheiden; ook bad hij aan zijnen broeder Hendrik IH goede diensten bewezen in diens oorlogen tegen Frankrijk.
Slechts tweemaal kwam R. in Duitschland (1262 en 1268); den eersten keer beschonk hy koning Ottokar van Bohemen met de hertogdommen Oostenrijk en Stiermarken; den tweeden kier schafte hij (in te gaan !2(i9) de veie tollen af, die de Rijnvaart belemmerden. Hij werd nooit als keizer gekroond, en stierf 1287.