Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Palestina

betekenis & definitie

Palceslina, zoo noemden de Romeinen het land, gelegen tusschen Syrië en Arabiê (min Phenicie): het is Judea, in de ruimste beteekenis van dien naam. Door de Romeinen werd P. ingedeeld in 4 landschappen, nl.; Galilea, Samaria,Judea en Perea.

Vergroot met verscheidene aangrenzende landstreken, werd P. in de 4e eeuw ingedeeld in drie deelen, nl.: Palestina ia, aan de beide oevers van den Jordaan, met Scythopolis tot hoofdstad; Palestina '2a, het noordelijkste der drie deelen, langs de Middellandsche Zee, met Cesarea tot hoofdstad ; en Palestina 3a, of Gezond Palestina, gevormd uit arabische landschappen, bezuiden het eigenlijke P. en benoorden Steenachtig Arabiê; de hoofdstad van Palestina is ongeveer het oude land Canaan, en de naam P. is waarschijnlijk eene verbastering van den naam der Philislijneu, die het weslerdeel van dit land bewoonden. De geschiedenis van P. is ineengeweven met die der Joden tot op het tijdstip van hunne verstrooiing, anno 135 na Chr. (zie JODEN). Na den dood van Christus het voorwerp geworden van hooge godsdienstige vereering, werd P. aanhoudend bezocht door ontelbare bedevaartgangers. Reeds in de 7e eeuw maakten de Muselmannen zich van P. meester; de arabische kalifen hielden lang de heilige plaatsen in eere; doch toen in de 11e eeuw de Turken meester van P. waren geworden, werden de heilige plaatsen geprofaneerd, en stonden de bedevaartgangers aan allerlei geweldenarijen bloot. Dit gaf aanleiding tot de Kruistochten, door welke P. voor eenigen tijd in d* macht der Christenen kwam: na het veroverd te hebben herschiep men P. in een koninkrijk Jeruzalem, dat echter slechts 88 jaren stand hield (1099 —1187). Saladijn, soedan Tan Egypte, maakte zich van het geheele land meester, dat tot in de 16e eeuw onder egyplisch gezag bleef; toen werd het aan het Turksche rijk getrokken, waartoe het nog tegenwoordig behoort, vormende P. thans een gedeelte van het pachalik Saida. In den Bijhel wordt de naam P. genoemd Esod. 15: 14; Ps. 60: 10; 83; 8; 108:10; Jezaia 14: 29, 31 ; Joel 3: 4.